Huurtoeslag vooral naar alleenstaanden, eenoudergezinnen en ouderen
In 2008 ontvingen ruim 1,1 miljoen huishoudens een huurtoeslag. Dit kostte de overheid bijna 2 miljard euro. De toeslag kwam vooral terecht bij alleenstaanden, eenoudergezinnen en pensioenontvangers. Huurders met een uitkering ontvingen het vaakst huurtoeslag.
Een op de drie huurders ontvangt huurtoeslag
De ruim 3 miljoen huishoudens die in een huurwoning wonen, betaalden gemiddeld 440 euro per maand aan huur. Een derde van deze huishoudens ontving in 2008 huurtoeslag. Gemiddeld ging het om zo’n 145 euro per maand.
Aandeel in de totale huurtoeslag naar huishoudenssamenstelling, 2008
Drie kwart huurtoeslag naar alleenstaanden en eenoudergezinnen
Bijna 30 procent van de totale huurtoeslag kwam terecht bij alleenstaande 65-plussers. Dit betrof vooral vrouwen met geen of maar een klein aanvullend pensioen. Alleenstaanden tot 65 jaar namen ruim een kwart van de huurtoeslag voor hun rekening, terwijl eenoudergezinnen, voornamelijk alleenstaande moeders, goed waren voor 21 procent.
Twee vijfde huurtoeslag komt terecht bij pensioenontvangers
Wanneer wordt gekeken naar de voornaamste inkomensbron van het huishouden dan blijkt 40 procent van de huurtoeslag in 2008 toegekend te zijn aan pensioenontvangers. Nog eens 30 procent ging naar huishoudens die hoofdzakelijk van een bijstands, werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering rondkwamen. De toeslag kwam alleen beperkt terecht bij huishoudens met studiefinanciering als belangrijkste inkomensbron.
Aandeel in de totale huurtoeslag naar voornaamste inkomensbron, 2008
Huurders met een uitkering krijgen het vaakst huurtoeslag
Bijna zeven op de tien huurders die vooral leefden van een uitkering, ontvingen huurtoeslag. Dat was veel vaker dan de gepensioneerde huurders van wie 45 procent toeslag kreeg. Het gemiddelde bedrag dat de pensioenontvangers aan toeslag kregen, lag met 159 euro per maand iets hoger dan bij de uitkeringsontvangers.
Aandeel huishoudens met huurtoeslag naar voornaamste inkomensbron, 2008
Marion van den Brakel
Bron: