Minder banenverlies
- In vierde kwartaal 147 duizend banen minder dan een jaar eerder
- Slechts beperkte daling ten opzichte van derde kwartaal
- Veel minder banen in marktsector, forse groei in de niet-commerciële dienstverlening
- Loonkostenstijging 1,9 procent
- Feitelijke loonstijging kleiner dan de CAO-loonstijging
In het vierde kwartaal van 2009 waren er 147 duizend banen van werknemers minder dan in het vierde kwartaal van 2008. Dit is een daling van 1,8 procent. Vergeleken met het derde kwartaal waren er, rekening houdend met seizoensinvloeden, 16 duizend banen minder. Deze daling is aanzienlijk kleiner dan in de voorgaande drie kwartalen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Veruit de grootste daling van het aantal banen trad op in de zakelijke dienstverlening waar het aantal banen met ruim 100 duizend afnam in een jaar tijd. De daling bestaat voor het overgrote deel uit uitzendbanen via uitzendbureaus. Deze branche met zijn flexibele arbeidscontracten ving het afgelopen jaar de grootste klap op van het banenverlies. Ook in de industrie, bouw, handel, horeca en transport loopt het banenverlies steeds verder op. Het verlies aan banen in het bedrijfsleven wordt overigens beperkt door de deeltijd-WW. De 40 duizend werknemers die onder de deeltijd-WW regeling vallen tellen voor hun volledige baan mee als werknemer.
In de niet-commerciële dienstverlening (overheid, onderwijs, zorg, cultuur) echter houdt de sterke groei van het aantal banen aan, met 69 duizend ten opzichte van het vierde kwartaal van 2008. Het grootste deel van deze groei zit in de zorg, met een plus van 47 duizend vergeleken met een jaar eerder.
In vergelijking met het derde kwartaal daalde het aantal banen, na seizoencorrectie, met 0,2 procent. Deze afname is veel kleiner dan in de drie voorgaande kwartalen. Ook hier geldt dat de marktsector krimpt. De collectieve sector daarentegen groeit sterker dan in voorgaande kwartalen. Het banenverlies in het vierde kwartaal treedt op bij een bescheiden herstel van de economie.
De lonen van werknemers per arbeidsjaar waren in het vierde kwartaal 1,8 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2008. Deze stijging is gelijk aan die in het derde kwartaal. De loonstijging van 1,8 procent blijft achter bij de CAO-loonstijging van 2,4 procent. Teruggang van variabele beloningselementen zoals bonussen, provisies en overwerkvergoedingen speelt hierbij een rol. De loonkosten per arbeidsjaar waarin ook de werkgeverspremies zijn opgenomen stegen met 1,9 procent een fractie sneller dan de lonen. De werkgeverspremies voor pensioenen gingen omhoog, die voor werkloosheid en de zorgverzekering omlaag.
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.