Inkomensgroep

Inkomensgroepen zijn bepaald op basis van het gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen. Dit is het bruto-inkomen van alle leden van het huishouden, verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies en belasting. Dit bedrag wordt vervolgens gecorrigeerd voor samenstelling en grootte van het huishouden. Dit gestandaardiseerde besteedbare huishoudensinkomen, kortweg koopkracht, wordt vervolgens aan iedere persoon van het huishouden toegekend. Op basis van dit gestandaardiseerde inkomen zijn de POLS-deelnemers ingedeeld in vijf inkomensgroepen. Hierbij bevat de laagste inkomensgroep de 20 procent personen met het laagste inkomen en de hoogste inkomensgroep de 20 procent personen met het hoogste inkomen.