Hypotheek met korte rentevaste periode populair
Bij het afsluiten van een nieuwe woninghypotheek is in augustus 2009 bijna twee keer zo vaak voor een korte rentevaste periode (tot maximaal één jaar) gekozen als een jaar eerder. Ruim 27 procent van het bedrag aan nieuw afgesloten woninghypotheken had een korte rentevaste periode, tegen 14 procent in augustus 2008. Het percentage met een rentevaste periode van meer dan 5 jaar daalde daarentegen van 68 naar 39.
Bedrag nieuw afgesloten woninghypotheken naar rentevaste periode
Korte hypotheekrente veel lager
De toename van het percentage nieuw afgesloten woninghypotheken met een rentevaste periode van maximaal één jaar gaat samen met een forse daling van de korte hypotheekrente. De korte hypotheekrente is tussen oktober 2008 en april 2009 gedaald van 6,0 naar 3,5 procent. Tussen april en augustus steeg dit rentetarief weliswaar weer naar 4,0 procent, maar toch is dit nog veel lager dan het rentetarief van hypotheken met een langere rentevaste periode.
De rentevoeten van hypotheken met een langere rentevaste periode dan één jaar daalden tussen oktober 2008 en april 2009 veel minder sterk. Dit komt doordat deze rentevoeten een minder sterk verband hebben met de reporente van de Europese Centrale Bank. De Europese Centrale Bank verlaagde haar belangrijkste rentetarief van oktober 2008 tot en met mei 2009 stapsgewijs van 4,25 tot 1,0 procent.
Rentevoeten reporente en hypotheekrente naar rentevaste periode
Ook in 2004 en de eerste helft van 2005, toen de korte hypotheekrente ook veel lager was dan de rente van hypotheken met een langere rentevaste periode, werd vaak gekozen voor een hypotheek met een korte rentevaste periode.
Wouter Jonkers
Bronnen:
Downloads
- Tabel - 2943T