Geen verdere toename in bezit medische hulpmiddelen
In 2008 gebruikten ouderen het merendeel van de medische hulpmiddelen. Van 2001 tot 2005 groeide het aandeel mensen met een hulpmiddel nog. Ondanks de toenemende vergrijzing steeg dit aandeel vanaf 2005 niet verder.
Aandeel brildragers sinds 2001 stabiel
In 2008 hadden zes op de tien Nederlanders van vier jaar en ouder in particuliere huishoudens een bril of ander hulpmiddel bij het zien of lezen. Dit aandeel is sinds 2001 nagenoeg gelijk.
Aandeel Nederlanders met een hulpmiddel bij het bewegen of horen
Tussen 2001 en 2005 nam het aandeel mensen met een hulpmiddel bij het bewegen of horen nog wel toe. Daarna stabiliseerde dit. In 2008 had 5 procent een hulpmiddel bij het bewegen, zoals een stok, looprek of rolstoel. Verder beschikte 3 procent over een hoorapparaat of een speciaal apparaat voor geluidsversterking.
Het aantal personen met een hulpmiddel nam, mede als gevolg van de vergrijzing, ook na 2005 nog toe. In 2008 hadden bijvoorbeeld ruim 530 duizend mensen een hulpmiddel bij het bewegen, tegenover 520 duizend in 2005 en 380 duizend in 2001.
Bezit van hulpmiddelen bij het bewegen naar leeftijd, 2008
Vooral ouderen hebben hulpmiddelen
Ouderen beschikken verreweg het meest over hulpmiddelen. Nagenoeg alle 65-plussers hadden in 2008 een bril of ander hulpmiddel bij het zien. Van de 530 duizend mensen met een hulpmiddel bij het bewegen was drie kwart 65 jaar of ouder.
Oudere vrouwen hadden in 2008 twee keer zo vaak een hulpmiddel bij het bewegen als oudere mannen. Van de vrouwen van 65 jaar en ouder had een kwart een stok, kruk, looprek of rollator. Verder beschikte 7 procent over een rolstoel of scootmobiel.
Oudere mannen hadden juist vaker een gehoorapparaat of een apparaat voor geluidsversterking. Bijna 20 procent beschikte over zo’n hulpmiddel, tegenover 16 procent van de oudere vrouwen.
Aandeel Nederlanders met hulpmiddelen bij het bewegen, naar inkomen en opleiding
Meer hulpmiddelen bij lagere inkomens
In het bezit van hulpmiddelen bij het bewegen spelen naast leeftijd ook opleiding en inkomen een rol. Hoe lager hun opleiding of inkomen, hoe meer mensen een hulpmiddel bij het bewegen hebben. Mensen met een inkomen uit de laagste inkomensklasse hadden drie keer zo vaak een hulpmiddel bij het bewegen als mensen met een inkomen uit de hoogste klasse.
Marleen Wingen
Bron: StatLine, Zelfgerapporteerde medische consumptie, gezondheid en leefstijl