Koopkracht steeg in 2007 met gemiddeld 2,8 procent
In 2007 is de koopkracht van de Nederlandse bevolking gemiddeld met 2,8 procent gestegen. Er zijn echter grote verschillen tussen bevolkingsgroepen. Zo steeg voor ruim 18 procent van de bevolking de koopkracht met 15 procent of meer, maar kreeg tegelijkertijd bijna 9 procent te maken met een daling van meer dan 15 procent.
Koopkrachtverandering naar inkomensbron, 2007*
Verandering van arbeidsmarktpositie
Grote veranderingen in koopkracht ontstaan vooral door verandering van arbeidsmarktpositie. Tot de groep met een forse koopkrachtverbetering behoren bijvoorbeeld bijstandsontvangers die in 2007 werk vonden. Door die stap gingen zij er gemiddeld zo’n 17 procent op vooruit. Degenen die in 2007 van de bijstand afhankelijk bleven, zagen hun koopkracht met slechts 1,5 procent stijgen.
Koopkrachtverandering 2007* naar voornaamste inkomensbron in 2006
Schommelingen in het inkomen
Ook als de arbeidsmarktpositie niet wijzigt, kan het inkomen van jaar op jaar sterk veranderen. Veel zelfstandigen, bijvoorbeeld, ondervinden jaarlijks grote veranderingen in hun koopkracht, doordat hun bedrijfsresultaat van jaar op jaar schommelt.
Zo zag in 2007 bijna 15 procent van de zelfstandigen hun koopkracht met meer dan 15 procent afnemen, terwijl bij bijna een kwart de koopkracht juist met meer dan 15 procent steeg. Gemiddeld genomen verbeterde de koopkracht van zelfstandigen in 2007 met 2,7 procent.
Koopkrachtontwikkeling 1997-2007*
Invloed conjunctuur op koopkracht
De koopkrachtontwikkeling zoals iedereen die feitelijk ondervindt, loopt gedeeltelijk in de pas met de ontwikkeling van de conjunctuur. In tijden dat het beter gaat met de economie, ondervinden veel mensen een stijging van hun koopkracht. Lonen en uitkeringen stijgen dan doorgaans wat meer en er is vaak meer betaald overwerk. Bovendien vinden velen gemakkelijker hun eerste, of een beter betaalde baan.
Wim Bos
Bron: StatLine, Dynamische koopkrachtontwikkeling