Ondernemers industrie iets minder somber
Ondernemers in de industrie waren in april iets minder pessimistisch dan een maand eerder. Het producentenvertrouwen steeg met 3,4 punten tot -17,4. Dit is de tweede achtereenvolgende maand waarin het vertrouwen van producenten iets opkrabbelde. In februari stond de vertrouwensindicator met -22,9 nog op het laagste niveau sinds 1985.
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.
De ondernemers in de industrie waren in april een stuk minder somber over de verwachte productie dan een maand eerder. Toch was het aantal ondernemers dat een toename van de productie verwachtte nog steeds kleiner dan het aantal dat een afname voorzag. Over de voorraden gereed product bleven de ondernemers even somber. Ook het oordeel over de orderpositie bleef onveranderd slecht.
De bezettingsgraad daalde tot het laagste niveau ooit waargenomen. Deze was in april 74,4 procent, tegen 76,7 procent in januari. Ruim 40 procent van de ondernemers beschouwde onvoldoende vraag als een belangrijke productiebelemmering.
Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers pessimistischer dan in maart. Niet eerder waren ondernemers zo somber over de werkgelegenheid. Daarentegen nam de waarde van de orderontvangsten in de afgelopen drie maanden iets toe. De index orderpositie (de orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) steeg van 101,4 in maart tot 102,0 in april.
Branchegegevens over het producentenvertrouwen in de industrie zijn opgenomen in de Industriemonitor op de CBS-website.
Producentenvertrouwen industrie
Meer cijfers staan op de themapagina Industrie en energie.