Nog drie negentiende-eeuwers
Op dit moment heeft ons land nog drie inwoners die in de negentiende eeuw zijn geboren. Zij maken deel uit van een snel groeiende groep 100-plussers. Sinds 1979 is hun aantal bijna vervijfvoudigd.
100-plussers naar geslacht 1979–2009
Steeds meer vrouwen 100-plus
Op 1 januari 2009 telde ons land volgens voorlopige cijfers van het CBS 1 633 mensen van 100 jaar of ouder. Dat is 1 op de 10 duizend Nederlanders. Het aantal 100-plussers groeit snel.
De aanwas bestaat vrijwel volledig uit vrouwen. Een 100-plusser is dan ook steeds vaker een vrouw. In 1979 was nog een op de drie 100-plussers een man, nu geldt dat voor een op de acht eeuwelingen.
Aantal mannen per 100 vrouwen, 2009
Weinig zeer oude mannen
Rond de pensioenleeftijd is het aantal mannen en vrouwen nog ongeveer even groot, maar daarna verschuift de balans sterk in het voordeel van vrouwen. Door hun gemiddeld kortere levensverwachting is de kans van een man om 100 jaar te worden veel kleiner dan die van een vrouw.
Onder de 62 inwoners die op 1 januari 2009 105 jaar of ouder waren, bevonden zich slechts 6 mannen. De oudste vrouw was op dat moment 111 jaar.
100-plussers naar leeftijd, 2009
Helft haalt volgende verjaardag
Het aantal 100-plussers groeit vooral doordat de kans om te overlijden op middelbare en ‘jongbejaarde’ leeftijd in de afgelopen decennia fors is gedaald.
Onder de 100-plussers is het risico om te overlijden maar weinig veranderd. Ongeveer de helft van degenen die hun 100e, 101e, 102e of 103e verjaardag vieren, haalt de volgende verjaardag. Van de huidige 100-plussers is bijna de helft 100 jaar, een kwart is 101 jaar.
Joop Garssen en Carel Harmsen