Inflatie iets hoger
De inflatie bedroeg in februari 2,0 procent, tegen 1,9 procent in januari. Deze lichte stijging komt vooral door de prijsontwikkeling van benzine en vliegtickets.
Met een bijdrage van 1,0 procentpunt zorgde de prijsontwikkeling van huisvesting, water en energie in februari voor de helft van de inflatie. Ook voeding had een groot aandeel in de inflatie. Voedingsmiddelen droegen 0,5 procentpunt bij, alcoholhoudende dranken en tabak 0,3 procentpunt en hogere prijzen bij de horeca 0,2 procentpunt. Daarentegen werd de inflatie geremd door de prijsontwikkeling van kleding en schoenen, vervoer en communicatie.
Om de inflatie tussen de lidstaten van de Europese Unie (EU) te kunnen vergelijken worden geharmoniseerde prijsindices (HICP) berekend. Volgens deze methode is de Nederlandse inflatie in februari uitgekomen op 1,9 procent. Dit is 0,2 procentpunt meer dan in januari.
De Nederlandse inflatie lag in februari duidelijk boven de inflatie in de eurozone. Eurostat, het Europees statistisch bureau, berekende voor de eurozone een inflatie van 1,2 procent in februari, tegen 1,1 procent in januari dit jaar. Het verschil in ontwikkeling tussen de inflatie in de eurozone en die in Nederland hangt samen met de energieprijzen. In de meeste Europese landen werken veranderingen in de olieprijs sneller door in de energieprijzen dan in Nederland.
De inflatie wordt berekend uit de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder.
Inflatie
Meer cijfers staan op de themapagina Prijzen.