Revisie onderwijsstatistiek: hogere uitgaven voor onderwijs

De Nederlandse onderwijsuitgaven bedragen in 2006 na revisie 34 miljard euro. Dit is een stijging van 4 miljard euro ten opzicht van het oude niveau. Dit komt vooral doordat de uitgaven aan particulier onderwijs en de uitgaven van bedrijven aan duale leerlingen en stagiaires nieuw zijn.

Aandeel particuliere financiers naar onderwijsinstelling, 2006

Aandeel particuliere financiers naar onderwijsinstelling, 2006

Verdubbeling aandeel bedrijven en huishoudens

Vooral de onderwijsuitgaven van particuliere partijen zijn vollediger in kaart gebracht. Twee derde van de bijstelling is hieraan toe te schrijven. Het aandeel van de uitgaven aan onderwijsinstellingen is na revisie bijna verdubbeld, van 8,4 procent naar 16 procent. Het gaat dan vooral om de uitgaven van bedrijven en huishoudens (ouders en studenten).

Uitgaven per leerling naar onderwijsinstelling, 2006

Uitgaven per leerling naar onderwijsinstelling, 2006

Hogere uitgaven per leerling in het secundair en tertiair onderwijs

De uitgaven per leerling nemen met 16 procent toe in het secundair onderwijs. Dit komt voornamelijk door de uitgaven mee te tellen die bedrijven doen voor de begeleiding van zogeheten duale leerlingen en stagiaires in het mbo. In het tertiair onderwijs stijgen de uitgaven per leerling door de herziening met 9 procent. Dit komt doordat zowel de particuliere uitgaven als de overheidsuitgaven aan onderzoek naar boven zijn bijgesteld.

Onderwijsuitgaven

Onderwijsuitgaven

Onderwijsuitgaven 6,3 procent van bbp

De onderwijsuitgaven in 2006 als percentage van het bruto binnenlands product (bbp) bedragen na revisie 6,3 procent, een stijging met driekwart procentpunt. Nederland zet hiermee een groter deel van het bbp in voor onderwijs dan uit eerdere cijfers bleek. Nederland geeft nu aan onderwijs meer uit dan het EU-gemiddelde en evenveel uit als het OESO-gemiddelde.

Broos Brouwers

Bron: StatLine;

Toelichting op de revisie van de onderwijsuitgaven