Opslagcapaciteit dierlijke mest sterk uitgebreid
In 2007 beschikte 95 procent van de melkvee- en varkensbedrijven in ons land over een opslagcapaciteit voor drijfmest van zes maanden of langer. Daarmee voldoen ze aan het Besluit Opslagcapaciteit Dierlijke Meststoffen (1 juli 2005). Bedrijven die minder opslagcapaciteit hebben, kunnen aan het besluit voldoen door in de wintermaanden mest af te voeren of de dieren langer buiten te houden.
Opslagcapaciteit van dierlijke mest
Verruimen opslagcapaciteit al voor 2005
Melkvee- en varkensbedrijven waren al ruim voor 2005 bezig om hun opslagcapaciteit te vergroten. In 2007 heeft bijna 60 procent van de varkensbedrijven zelfs een opslagcapaciteit van tien maanden of langer. In 1993 was dit nog minder dan een derde. Door de hogere capaciteit zijn bedrijven flexibeler in de keuze van de momenten waarop zij mest afvoeren of toepassen. De mest kan dan optimaal worden benut of langer in opslag worden gehouden bij uitrijproblemen door slecht weer of bij vervoersverboden in het geval van dierziekten.
Opslagvolume per bedrijf verdubbeld
De hoeveelheid mest die in de opslag kan bij een melkvee- of varkensbedrijf is verdubbeld sinds 1993. Bij melkveebedrijven nam het volume van de gemiddelde opslag toe van 800 m3 in 1993 tot 1 550 m3 in 2007. Bij varkensbedrijven van ruim 1 000 m3 tot 1 900 m3 per bedrijf. De veestapels zijn de afgelopen jaren steeds groter geworden. Ook blijven de dieren vaak langer op stal. Dat geeft meer mest, die bovendien voor een steeds langere periode opgeslagen wordt.
Volume van mestopslagcapaciteit per bedrijf
Kees Olsthoorn en Cor van Bruggen
Downloads
- Tabel - 2580T