Herintroducties

Herintroductie is het uitzetten van dieren of planten om populaties van soorten die inmiddels zijn verdwenen te herstellen. De introductie van uitheemse soorten valt hier niet onder. Het zijn meestal aansprekende soorten waarvoor herintroductieprojecten uitgevoerd zijn of in uitvoering zijn, aangezien voor deze soorten een breed draagvlak bestaat. Als de kans bestaat dat een soort spontaan terugkeert, wordt niet tot herintroductie besloten. Voor herintroductieprogramma’s verleent het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vergunningen. Voor het uitzetten van vissen is alleen een vergunning noodzakelijk voor soorten die niet in de Visserijwet van 1963 worden genoemd.

Bij lokale herintroducties gaat het om uitzettingen in gebieden waar de soort niet of niet meer voorkomt, maar elders in het land nog wel. Voorbeelden van lokale herintroducties bij planten zijn groot zeegras, valkruid, jeneverbes, zwarte populier en diverse akkeronkruiden.

Herintroductie vindt plaats als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden zijn opgenomen in de Beleidslijn herintroducties van dieren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

De gegevens over raaf, ooievaar, boomkikker, pimpernelblauwtje, donker pimpernelblauwtje en zilveren maan zijn afkomstig van meetnetten van het Netwerk Ecologische Monitoring. De gegevens over de bever zijn afkomstig van de Beverwerkgroep van de Vereniging voor Zoogdierkunde en Zoogdierbescherming. Alle natuurstatistieken, waaronder het Meetnet vlinders, broedvogels en amfibieën worden door de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Economische Zaken gefinancierd.