Conjunctuurbeeld onveranderd
Het conjunctuurbeeld was eind juni ongeveer hetzelfde als eind mei. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt op de grens van “hoogconjunctuur” en “teruggang”. Dertien van de vijftien indicatoren in de Conjunctuurklok presteren boven hun langjarig gemiddelde.
De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2008 met 3,1 procent gegroeid. De toename werd gerealiseerd met een werkdag minder dan een jaar eerder. Na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten was het volume van het bbp slechts 0,2 procent groter dan in het vierde kwartaal van 2007.
Het consumentenvertrouwen daalde iets verder. De indicator zakte van -17 in mei naar -19 in juni. Het optimisme onder de zakelijke dienstverleners zwakte weer iets af. De stemming van de ondernemers in de industrie verbeterde daarentegen in juni.
De productie van de industrie was in april iets groter dan een jaar eerder. Het uitvoervolume van goederen was ruim 7 procent groter dan in april 2007. Huishoudens hebben in april 2,1 procent meer besteed.
De kapitaalmarktrente is in mei opgelopen naar 4,4 procent. De inflatie was 2,3 procent, dit is 0,3 procentpunt meer dan in april. De afzetprijzen van de industrie waren in mei bijna 11 procent hoger dan een jaar eerder. Een prijsstijging van meer dan 10 procent was na het jaar 2000 niet meer voorgekomen.
Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden is de werkloosheid in de periode maart – mei met 2 duizend afgenomen. Het aantal vacatures is in het eerste kwartaal iets gedaald, maar bleef op een hoog niveau. Het aantal uitzenduren is toegenomen, zij het dat het groeitempo verder is afgenomen. Het aantal banen van werknemers was in het eerste kwartaal 2,1 procent hoger dan een jaar eerder. De groei is wel minder krachtig dan in de kwartalen van 2007.
Bruto binnenlands product (bbp)
Meer cijfers staan in het dossier Conjunctuur.