Allochtone kinderen erven vaak ongunstige inkomenspositie ouders

Mensen die zijn opgegroeid in gezinnen met een gering inkomen hebben zelf ook vaak een laag inkomen. Dit geldt vooral voor niet-westerse allochtonen.

Autochtonen en allochtonen naar inkomensklasse, 2005*

Autochtonen en allochtonen naar inkomensklasse, 2005*

Niet-westerse allochtonen minder welvarend

Niet-westerse allochtonen hebben doorgaans een lager inkomen dan autochtonen. Als rekening wordt gehouden met leeftijdsverschillen blijkt dat een kwart van de autochtonen een inkomen heeft dat in de laagste inkomensklasse valt. Bij niet-westerse allochtonen is dit bijna de helft. Dit komt vooral doordat zij gemiddeld lager opgeleid zijn en vaker een uitkering hebben.

Inkomensklasse van personen met ouders in laagste klasse, 2005*

Inkomensklasse van personen met ouders in laagste klasse, 2005*

Allochtonen blijven vaker onderaan de inkomensladder

Niet-westerse allochtonen hebben niet alleen een lager inkomen dan autochtonen, ook stijgen zij minder vaak boven het inkomen van hun ouders uit. Eenmaal opgegroeid in een gezin met weinig inkomen, houden zij deze inkomenspositie vaker dan autochtonen. Zo hebben niet-westerse allochtonen van wie de ouders tot de laagste inkomensklasse behoorden een kans van 47 procent om eveneens in die klasse terecht te komen. Voor autochtonen is die kans 32 procent.

Inkomensklasse van personen met ouders in hoogste klasse, 2005*

Inkomensklasse van personen met ouders in hoogste klasse, 2005*

Autochtonen behouden iets vaker hoge inkomenspositie

Niet-westerse allochtonen die zijn opgegroeid in een gezin uit de hoogste inkomensklasse hebben bovendien minder kans deze gunstige inkomenspositie te behouden dan autochtonen. Zo hebben autochtonen 35 procent kans om net als hun ouders in de hoogste inkomensklasse uit te komen. Bij niet-westerse allochtonen is die kans iets lager, namelijk 30 procent.

Marion van den Brakel en Linda Moonen

Bron:
Inkomensklassen van personen in 2005 naar inkomenspositie ouders in 1995