Niet-bekostigd onderwijs
Niet-bekostigd onderwijs is dat deel van het onderwijs in Nederland dat niet wordt bekostigd door de ministeries van OCW en LNV. De kosten van de opleiding zijn voor rekening van de persoon die de opleiding volgt, van de werkgever of van de uitkeringsinstantie. Bij niet-bekostigd onderwijs moet vooral worden gedacht aan mondelinge deeltijdopleidingen aan een particulier instituut, schriftelijke cursussen of bedrijfsopleidingen. De lijst van opleidingen is lang. Een paar voorbeelden: een cursus Word of Excel, vrijetijdscursussen zoals bloemschikken of origami, taalcursussen, een vmbo-t-, havo- of vwo-opleiding aan een commercieel opleidingsinstituut, accountancy of SPD.
Het CBS bepaalt het aantal deelnemers aan het niet-bekostigd onderwijs met behulp van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) en de registraties van het bekostigd onderwijs. De EBB neemt op basis van steekproeven de deelname waar aan alle vormen van onderwijs. Door koppeling van de EBB aan de onderwijsregistraties kan het aantal deelnemers aan niet-bekostigd onderwijs worden afgeleid. Het deelnamecijfer is een maatstaf voor de gemiddelde deelname aan cursussen en opleidingen op een willekeurige dag in een jaar. Het is geen volumecijfer; het telt dus niet alle cursussen en opleidingen die in dat jaar zijn gevolgd.