Overschrijding van de Europese norm
De gebieden waar de normen voor fijn stof en stikstofdioxide werden overschreden (2005), zijn voor alle gebieden van Nederland geschat met een model (OPS-pro 4.1) van het Planbureau voor de Leefomgeving. Dit model berekent de achtergrondwaarden voor heel Nederland. Het gebruikt onder andere gegevens van de gemeten luchtkwaliteit (steekproef), gegevens over de meteorologie, de lokale verkeersintensiteit en uitstoot van industrie en huishoudens. Het rapport ‘The Operational Priority Substances model, Van Jaarsveld, J.A., Rapport 500045001, RIVM, 2004‘ is te vinden op de website van het RIVM. Om een nauwkeuriger schatting van de luchtverontreiniging te krijgen wordt voor de (veel lokalere) bijdrage van het verkeer een extra berekening uitgevoerd met EMPARA-Luvotool. Deze berekening wordt verwerkt in de kaart van de achtergrondwaarde. Door schattingen van de parameters van de modellen en fluctuaties in bijvoorbeeld de verkeersintensiteit hebben de uitkomsten een onzekerheidsmarge. Daarom zijn in de grafieken en de tabel alleen die gemeenten vermeld waar meer dan 200 inwoners last hebben van vervuiling.