Huishoudens met (langdurig) laag inkomen
De lage-inkomensgrens is vastgesteld op 9 249 euro in prijzen van het jaar 2000. Dit bedrag komt in koopkracht ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979.
Het inkomensbegrip dat in deze publicatie wordt gehanteerd, is het besteedbaar inkomen verminderd met eventueel ontvangen huursubsidie. Om te bepalen hoe het inkomen van een huishouden zich verhoudt tot de lage-inkomensgrens, wordt het inkomen van een huishouden gecorrigeerd voor verschillen in huishoudensamenstelling (gestandaardiseerd). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende inkomen is laag als het minder is dan 9 249 euro.
Van huishoudens met een laag inkomen is vastgesteld of zij ook in de voorafgaande drie jaar een laag inkomen hadden.