Laag inkomen
Het betreft hier huishoudens die in 2005 een inkomen onder de lage-inkomensgrens hebben. De lage-inkomensgrens vertegenwoordigt voor alle huishoudens hetzelfde welvaartsniveau. De hoogte van de bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 is hierbij het vertrekpunt. In dat jaar was de koopkracht van de bijstand het hoogst. Voor andere typen huishoudens is de lage-inkomensgrens vastgesteld door een opslagfactor toe te passen, die is gebaseerd op de feitelijke extra kosten van huishoudens met een andere omvang en samenstelling. Voor de jaren na 1979 is de lage-inkomensgrens gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling, waardoor zij geschikt is voor vergelijking in de tijd. Voor een alleenstaande ligt de lage-inkomensgrens op 870 euro per maand, voor een gezin met twee kinderen is een laag inkomen minder dan 1 640 euro per maand.