Jonge vrouwen vaker vakspecifiek opgeleid
Jongeren, en dan vooral jongere vrouwen, zijn vaker dan gemiddeld vakspecifiek opgeleid: zij hebben vaker een vervolgopleiding in het mbo of hoger onderwijs afgerond.
Driekwart heeft vakspecifieke opleiding
Drie van de vier Nederlanders (25–64 jaar) hebben in 2006 een afgeronde vakspecifieke opleiding. Zij kozen vooral voor de richtingen ‘gezondheidszorg, sociale dienstverlening en verzorging’, ‘techniek’ of ‘economie, commercieel management en administratie’. Het overige kwart heeft een ‘algemene’ opleiding in het basisonderwijs, mavo, havo of vwo.
Inhaalslag vrouwen
De jongere bevolking (25-44 jaar) heeft vaker een vakspecifieke opleiding gedaan dan de 45–64-jarigen. Dit komt uitsluitend door de jongere vrouwen. Vooral het aantal vrouwen met alleen basisonderwijs is afgenomen.
Bij de mannen zijn er nauwelijks verschillen tussen deze twee generaties. Zowel van de jongere als van de oudere mannen volgden vier van de vijf een vakspecifieke opleiding.
Vakspecifieke opleiding van niet-schoolgaanden naar leeftijd, geslacht en niveau, 2006
Jongeren kiezen vaker economie
Jongeren kozen ook andere opleidingsrichtingen dan ouderen. Zo is economie meer in trek bij jongeren. Van de 25–44-jarigen heeft 19 procent een economische achtergrond, tegen 12 procent van de 45–64-jarigen. Ook dit komt vooral door vrouwen.
Daarnaast hebben ouderen vaker dan jongeren de lerarenopleiding gedaan of een opleiding in de zorg. Overigens kiezen jongere mannen en vrouwen nog steeds traditioneel: mannen voor een technische opleiding, vrouwen voor een opleiding in de zorg. Wel is daarbij het onderwijsniveau van vrouwen gestegen, terwijl dat voor de mannen ongeveer gelijk is gebleven.
Gevolgde opleidingsrichting van niet-schoolgaanden naar leeftijd (vrouwen), 2006
Gevolgde opleidingsrichting van niet-schoolgaanden naar leeftijd (mannen), 2006
Francis van der Mooren en Robert de Vries
Bron: Nederlanders (25–64 jaar) naar opleidingsrichting, opleidingsniveau, leeftijd en geslacht