Besteedbaar huishoudensinkomen en koopkracht
De koopkracht van een persoon wordt berekend op basis van het besteedbaar huishoudensinkomen. Dit is het bruto-inkomen van alle leden van het huishouden, verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies en belasting. Dit bedrag wordt vervolgens gecorrigeerd voor samenstelling en grootte van het huishouden en gedefleerd met behulp van de consumentenprijsindex. Dit gestandaardiseerde besteedbare huishoudensinkomen, kortweg koopkracht, wordt vervolgens aan iedere persoon van het huishouden toegekend.
Om veranderingen in koopkracht te bepalen, zijn de gestandaardiseerde huishoudensinkomens van het jaar voor verweduwing vergeleken met die in het jaar na verweduwing. Daarbij is ook gecorrigeerd voor de algehele koopkrachtverbetering in die periode, zodat de effecten van verweduwing zuiver gemeten worden. Om dezelfde reden zijn ook personen die in het jaar na verweduwing alweer samenwoonden of getrouwd waren buiten beschouwing gelaten. Dat is ook gebeurd met personen die in het jaar van verweduwing, het jaar ervoor of het jaar erna 65 jaar werden. Hun inkomen verandert sterk doordat zij in de onderzochte periode AOW zijn gaan ontvangen. Met hen erbij zou het beeld sterk vertekenen. Ten slotte zijn ook personen die verblijven in instellingen, inrichtingen en tehuizen buiten beschouwing gebleven.