Conjunctuurbeeld nog beter
Het conjunctuurbeeld is eind juni nog iets beter dan eind mei. Dit komt vooral doordat de consumptiegroei aanhoudt en het consumentenvertrouwen op het hoogste punt in bijna zeven jaar staat. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt vergeleken met mei iets hoger in de fase van hoogconjunctuur. Dit betekent dat de meeste conjunctuurindicatoren toenemen en dat de groei boven hun langjarig gemiddelde ligt. Daarnaast liggen de indicatoren in de klok dichter bij elkaar omdat hun ontwikkelingen meer op elkaar lijken.
De economische groei bedroeg in het eerste kwartaal 2,5 procent. Het eerste kwartaal telde dit jaar wel een werkdag minder dan in 2006. Na correctie voor seizoeninvloeden was het volume van het bbp 0,6 procent groter dan in het vierde kwartaal van 2006. Deze kwartaal-op-kwartaalgroei is in lijn met het groeitempo in de voorgaande zeven kwartalen.
Het consumentenvertrouwen nam in juni verder toe. De ondernemers in de industrie zijn al een jaar lang onverminderd optimistisch gestemd. In de zakelijke dienstverlening verwachtte een meerderheid van de ondernemers meer orders te ontvangen en een hogere omzet te boeken in het tweede kwartaal van dit jaar.
De Nederlandse industrie realiseerde in april een topproductie. In februari en maart was hier ook al sprake van. Het volume van de uitvoer van goederen was in april, na correctie voor werkdageffecten, 6 procent groter. De consumptie van huishoudens is in april weer toegenomen ten opzichte van een jaar eerder.
De kapitaalmarktrente is in mei verder opgelopen naar 4,3 procent. De inflatie bedroeg 1,8 procent, ongewijzigd ten opzichte van april. De afzetprijzen van de industrie waren 2,6 procent hoger.
De werkloosheid is verder afgenomen. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden kwam de werkloosheid in de periode maart-mei uit op 347 duizend personen. In het eerste kwartaal nam het aantal uitzenduren verder toe en stonden er 212 duizend vacatures open. Het aantal banen van werknemers nam in het vierde kwartaal van 2006 verder toe.
Bruto binnenlands product (bbp)
