In de brugklas zijn bij de leerlingen twee non-verbale intelligentietesten afgenomen die metingen van respectievelijk het redeneer- en het abstractievermogen opleveren. Er is een intelligentiemaat berekend door het gemiddelde te nemen van de (naar gelijke schaalniveaus gestandaardiseerde) redeneer- en abstractiescore. Op grond van de scores zijn vier gelijke groepen gemaakt: 1 = hoog, tot en met 4 = laag.
Terug naar artikel