Bedrijfsongevallen
Een bedrijfsongeval wordt aangeduid als een ongeval door of tijdens het uitoefenen van betaalde arbeid. Maar ook niet-werkenden die zijn omgekomen door een bedrijfsongeval zijn meegeteld. Gegevens op StatLine over dodelijke slachtoffers van bedrijfsongevallen betreffen uitsluitend ingezetenen. Dit zijn personen die op het moment van overlijden staan ingeschreven bij de Gemeentelijke Basis Administratie. De hier vermelde gegevens hebben echter ook betrekking op niet-ingezetenen. In de periode 1996–2005 was van de dodelijke slachtoffers van een bedrijfsongeval gemiddeld 20 procent geen ingezetene in Nederland.
Er is gebruik gemaakt van drie bronnen:
- gegevens uit de door de behandelend arts of lijkschouwer ingevulde doodsoorzaakformulieren
- rechtbankdossiers in geval van niet-natuurlijke dood
- gegevens uit de ongevalrapporten van de Directie Arbeidsomstandigheden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Bij de typering van de slachtoffers van een niet-natuurlijke dood wordt uitgegaan van de volgende rangorde:
1 zelfdoding, 2 moord/doodslag, 3 verkeersongeval, 4 bedrijfsongeval. Als er zowel sprake was van een bedrijfsongeval als van een verkeersongeval wordt het slachtoffer dus ingedeeld als verkeersdode. In 2005 waren er dertien verkeersdoden bij wie tevens sprake was van een bedrijfsongeval.
Als bij een bedrijfsongeval een wegtransportmiddel was betrokken, maar het ongeval gebeurde niet op de openbare weg, dan is het ongeval getypeerd als bedrijfsongeval. Het betrokken transportmiddel kan overigens ook een lift, heftruck, transportband of iets dergelijks zijn geweest.