Meer vraag naar flexibele arbeid
In 2005 telde Nederland ruim een half miljoen werknemers met een flexibel dienstverband. Dit waren er ruim 40 duizend meer dan in 2004. Behalve oproep- en invalkrachten droegen ook uitzendkrachten in belangrijke mate bij aan de groei. Flexwerkers zijn relatief vaak jong en nog schoolgaand.
Een op de twaalf werknemers is flexwerker
Van de ruim 6 miljoen werknemers die in 2005 12 uur of meer per week werkten, hadden er 513 duizend een flexibel dienstverband. Dat is een op de twaalf werknemers. Het aantal flexwerkers is ten opzichte van 2004 met 9 procent toegenomen. Het aantal werknemers met een vaste baan bleef vrijwel gelijk.
Groei volgt op jaren van daling
In 1998 piekte het aantal werknemers met een flexibel dienstverband op ruim 600 duizend. Dat was het hoogste aantal in de afgelopen tien jaar. Daarna daalde het aantal flexwerkers onafgebroken tot iets minder dan 460 duizend in 2003. Vanaf 2004 is weer sprake van een stijging. Als de economie aantrekt zetten werkgevers vaak flexwerkers in. Pas als de groei doorzet, nemen zij meer vast personeel in dienst.
Werknemers met een flexibel dienstverband
Vaker jong en scholier
Met een gemiddelde leeftijd van 31 jaar waren flexwerkers negen jaar jonger dan werknemers met een vast dienstverband. Vooral de leeftijd opbouw van oproep- en invalkrachten is scheef. Van hen was de helft jonger dan 25 jaar. Vaak gaan ze naar school of studeren nog. Bij uitzendkrachten was dat veel minder het geval.
Scholier/student naar positie in de werkkring
Iets vaker vrouw en in dienstverlenende sector
Van de flexwerkers was 49 procent vrouw. Dit is meer dan onder werknemers met een vast dienstverband, van wie 44 procent vrouw was. Van de inval- en oproepkrachten was 65 procent vrouw. Zij werkten overwegend in de horeca en de zorg. Uitzendkrachten waren vaker man en werkten vooral in de industrie, vervoer en zakelijke dienstverlening.
Werknemers naar positie in de werkkring en geslacht, 2005
Kortere werkweek
Een flexwerker werkte gemiddeld 28 uur per week. Dat is gemiddeld 5 uur minder dan iemand met een vast dienstverband. Uitzendkrachten maakten bijna net zo veel uren als vaste krachten. Oproep- en invalkrachten werkten met ongeveer 20 uur per week gemiddeld veel minder.
Harry Bierings en Clemens Siermann
Bron: StatLine, Beroepsbevolking; naar geslacht