Aantal stakingen meer dan verdubbeld in 2005
In 2005 zijn er in Nederland 28 stakingen geweest, meer dan twee keer zo veel als in 2004. Daarbij gingen bijna 42 duizend arbeidsdagen verloren. Een op de drie stakingen ging over de CAO-onderhandelingen.
Hoogste aantal geschillen sinds 1991
In 2005 waren er 28 arbeidsgeschillen die tot een staking leidden. Sinds 1991 is dit aantal niet meer zo hoog geweest. Met name in het vierde kwartaal van 2005 deden zich veel geschillen voor, onder andere in de industrie en in de zakelijke dienstverlening.
Geschillen, 1985–2005
Aantal verloren arbeidsdagen gedaald met een derde
Ondanks het veel hogere aantal geregistreerde stakingen in 2005 was het aantal verloren arbeidsdagen met 42 duizend lager dan in 2004. Toen gingen 62 duizend arbeidsdagen verloren.
Het aantal verloren arbeidsdagen wisselt jaarlijks sterk: van 9 duizend in 2000 (23 geschillen) tot maar liefst 245 duizend in 2002 (16 geschillen). Ruim 91 procent van de verloren arbeidsdagen in 2002 kwam voor rekening van de staking in de bouwnijverheid. Deze staking was het gevolg van het vastlopen van het CAO-overleg.
Verloren arbeidsdagen, 1996–2005
Een op de drie stakingen over CAO-onderhandelingen
Een derde van de geschillen in 2005 had betrekking op CAO-onderhandelingen tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. In bijna de helft van de gevallen hielden de conflicten verband met een reorganisatie of banenverlies door sluiting, verplaatsing van productie of verdringing door ‘goedkopere’ arbeidskrachten.
Ruim een vijfde van de geschillen in 2005 ging over arbeidsvoorwaarden die niet in de CAO voorkwamen, werktijd- of loonkwesties. Sinds 1999 is het aandeel van deze geschillen niet meer zo groot geweest.
Stakingsredenen, 1999–2005
Niet alle stakingen vanuit de vakbond
Stakingen en de vakbeweging worden vaak met elkaar in verband gebracht. Toch komen stakingen niet altijd uit de vakbeweging voort. Zo zijn in 2005 slechts 17 van de 28 stakingen uitgeroepen door vakverenigingen.
Wanneer een staking echter eenmaal is uitgebroken, is het voor de vakbeweging moeilijk erbuiten te blijven. In het algemeen zijn stakingen die niet door de vakbeweging worden uitgeroepen veel kleiner dan stakingen vanuit de vakbeweging, zowel in het aantal verloren arbeidsdagen als het aantal betrokken werknemers.
Jo van Cruchten en Rob Kuijpers