Bij zes op de tien scheidingen kinderen betrokken
In 2005 heeft de Nederlandse rechter 32,6 duizend echtscheidingszaken afgehandeld. Dit is 1,3 procent meer dan in 2004. Bij ruim zes op de tien scheidingen waren minderjarige kinderen betrokken. Het aantal echtscheidingen binnen vijf jaar is het afgelopen decennium gehalveerd.
Kwart langer dan twintig jaar gehuwd geweest
Van de huwelijken die in 2005 ontbonden werden, heeft bijna een op de vier tussen de vijf en tien jaar stand gehouden. Bij een op de vier scheidingen waren de huwelijkspartners zelfs al twintig jaar of langer bij elkaar.
Echtscheidingen naar duur huwelijk, 2005
Veel minder snelle scheidingen
Het aantal echtscheidingen binnen vijf jaar is het afgelopen decennium gehalveerd. Dit komt door het ongehuwd samenwonen, dat vaak een ‘proefperiode’ is voorafgaand aan het huwelijk. Een deel van deze relaties wordt verbroken zonder dat het tot een huwelijk komt.
Flitsscheiding: geen tussenkomst rechter nodig
Ook de flitsscheidingen spelen een rol. Bij een flitsscheiding wordt een huwelijk eerst omgezet in een geregistreerd partnerschap, dat vervolgens zonder tussenkomst van de rechter wordt ontbonden. Het ging in 2005 om 4,7 duizend gevallen. Bij eenderde had het huwelijk korter dan vijf jaar geduurd.
Meer dan de helft van de kinderen jonger dan 10 jaar
Bij 20 duizend van de in 2005 uitgesproken echtscheidingen waren minderjarige kinderen betrokken. Dit is ruim 61 procent van alle scheidingen. Het ging om bijna 36 duizend minderjarige kinderen. Een op de vijf kinderen is jonger dan 5 jaar, een op de drie is tussen 5 en 9 jaar oud.
Echtscheidingen naar aantal minderjarige kinderen, 2005
Bij moeder, vader, of elders
In bijna negen van de tien echtscheidingen blijft het ouderlijk gezag van beide ouders gehandhaafd. De ouders hebben dan het recht en de plicht de kinderen te verzorgen, op te voeden en hun belangen te behartigen.
Na echtscheiding gaan de kinderen meestal bij de moeder wonen. Zo gaat het in 80 procent van de echtscheidingen. In ruim 10 procent van de gevallen wonen de kinderen bij de vader en bij 4 procent is er sprake van co-ouderschap.
Een klein deel gaat zelfstandig wonen of vindt elders onderdak, bijvoorbeeld bij andere familieleden, in een pleeggezin of in een kindertehuis.
Bij echtscheiding betrokken minderjarige kinderen naar leeftijd, 2005
Nic Steenbrink en Arno Sprangers