Producentenvertrouwen onveranderd hoog

Het producentenvertrouwen kwam in april 2006 uit op 6,1. Daarmee waren de industriële ondernemers ongeveer even optimistisch als in maart.

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie.

De ondernemers waren positiever over hun orderpositie dan in maart, maar iets minder tevreden over de toekomstige productie en voorraad gereed product.

Uit de Conjunctuurtest van april blijkt verder dat de industriële ondernemers een stabilisatie van de werkgelegenheid verwachten in het tweede kwartaal van 2006. Hiermee komt naar hun oordeel een einde aan een lange periode van dalende werkgelegenheid in de industrie.

De bezettingsgraad van machines en installaties, uitgedrukt in percentage van de productiecapaciteit, was in april 82,1. Dit is vrijwel gelijk aan het gemiddelde in 2005.

Van de ondernemers ondervond 19 procent belemmeringen bij de productie. Onvoldoende vraag was net als in voorgaande kwartalen de belangrijkste oorzaak.

Volgens de ondernemers verbeterde hun concurrentiepositie licht op de Nederlandse en Europese markt. Zij verwachten meer omzet te halen in het buitenland.

De Conjunctuurtest van april laat zien dat de positieve stemming binnen de industrie breed gedragen wordt. Alle industriële branches tonen een verbeterd beeld. De resultaten van de Conjunctuurtest worden meer in detail beschreven in de Industriemonitor, elders op de CBS website.

Producentenvertrouwen

Producentenvertrouwen