Opbrengst provinciale motorrijtuigenbelasting het hoogst in Flevoland
De provincies begroten dit jaar 1,1 miljard euro op te halen met de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting. Dit is gemiddeld 67 euro per inwoner. Deze opbrengsten zijn het hoogst in Flevoland (93 euro) en het laagst in Noord-Holland (47 euro).
Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting per provincie, 2006
Lease-auto’s in Flevoland, laag tarief in Noord-Holland
De hoge opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting in Flevoland is het gevolg van de registratie van een in verhouding groot aantal lease-auto’s. Bij lease-auto’s wordt de heffing niet opgelegd aan de gebruiker, maar aan de leasemaatschappij. De verklaring voor de relatief lage opbrengst van de opcenten motorrijtuigenbelasting in Noord-Holland is dat de provincie het laagste opcententarief hanteert.
Herkomst provinciale inkomsten, 2006
Inkomsten provincies begroot op 4,2 miljard
De provincies begroten voor 2006 een bedrag van 4,2 miljard euro aan inkomsten. De uitgaven zijn op 4,4 miljard euro begroot. Het verschil, 0,2 miljard euro, wordt gedekt uit de reserves.
Een deel van de inkomsten, 1,7 miljard euro, is voor specifieke beleidstaken, zoals het openbaar vervoer, bodemsanering en jeugdhulpverlening. De overige inkomsten, 2,5 miljard euro, waaronder de opbrengst van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting, kunnen de provincies vrij besteden.
Deze niet-gebonden inkomsten bestaan uit een uitkering van het rijk uit het provinciefonds van 1,0 miljard euro, en de eigen inkomsten. De eigen inkomsten komen uit de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting (1,1 miljard euro) en rente en dividend (0,3 miljard euro).
Inkomsten per provincie, 2006
Provinciefonds belangrijker voor kleine provincies
De begrotingen van de kleine provincies steunen meer op het provinciefonds dan die van de grotere provincies. De uitkering uit dit fonds vormt in Friesland, Drenthe en Zeeland meer dan een derde van de totale inkomsten. Daarentegen halen Zuid-Holland en Noord-Brabant hun middelen voor een groter deel uit de opcenten motorrijtuigenbelasting. Beide inkomstenbronnen hangen samen: de opbrengst van de provinciale opcenten wordt als (negatieve) maatstaf meegenomen bij de verdeling van de gelden uit het provinciefonds.
Verkeer en vervoer en welzijn belangrijkste uitgavenposten
Het beleid van de provincies strekt zich uit over een breed terrein. De grootste uitgaven liggen op het gebied van verkeer en vervoer en welzijn. Op elk van beide terreinen zetten de provincies ongeveer 30 procent van de beschikbare middelen in.
Paul van der Beek