Hogere opleiding, hogere arbeidsparticipatie
In 2005 behoorde driekwart van de Nederlanders tussen 25 en 65 jaar tot de beroepsbevolking. In 1996 was dat nog maar tweederde. Hoogopgeleiden zijn het vaakst actief op de arbeidsmarkt. Vooral doordat het aandeel hoogopgeleiden is toegenomen, steeg de bruto arbeidsparticipatie.
Bij hoogopgeleiden amper groei participatie
Onder hoogopgeleiden is de participatie gemiddeld hoog. Bij hen is nauwelijks sprake van een stijgende trend. Van degenen met een opleiding op hbo- of wetenschappelijk niveau had in 2005 gemiddeld 85 procent een baan voor meer dan 12 uur of zocht daar actief naar. Dit is in de afgelopen tien jaar nauwelijks veranderd. Van middelbaar opgeleiden (mbo, havo, vwo) is de bruto participatie licht gestegen.
Bruto arbeidsparticipatie 25–64-jarigen naar opleidingsniveau
Op vmbo-niveau snelste toename participatie
Onder laagopgeleiden ligt de bruto arbeidsparticipatie naar verhouding het laagst, maar is in de periode 1996–2005 wel toegenomen. Vooral bij degenen met een opleiding op vmbo-niveau is de bruto arbeidsparticipatie gestegen. In 1996 had 56 procent werk of was bezig met het zoeken naar een baan. Dit aandeel is gestegen tot bijna 62 procent in 2005. Onder degenen met opleidingsniveau basisonderwijs steeg de participatie van 43 tot ruim 46 procent.
Opleidingsniveau bevolking beïnvloedt participatie
De stijging van de bruto arbeidsparticipatie hangt samen met de toename van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Het aandeel hoogopgeleiden is de afgelopen tien jaar toegenomen en het aandeel laagopgeleiden is gedaald. Dit is een belangrijke oorzaak dat de bruto arbeidsparticipatie is toegenomen van 67 procent in 1996 tot 74 procent in 2005.
Opleidingsniveau van de beroepsbevolking, 25–64-jaar
Eenderde beroepsbevolking is hoogopgeleid
In 1996 was 26 procent hoogopgeleid (hbo of wo) en had ongeveer 30 procent een laag opleidingsniveau (basisonderwijs of vmbo). Sindsdien is het aandeel laagopgeleiden afgenomen tot bijna 23 procent. Tegelijkertijd is het aandeel hoogopgeleiden toegenomen tot 33 procent in 2005. Het aandeel met een opleiding op mbo-, havo- of vwo-niveau bleef vrijwel gelijk.
Tanja Traag