De onstuitbare opmars van exoten
De Nederlandse fauna en flora veranderen voortdurend. Soorten verdwijnen en verschijnen. Ruim 10 procent van veel dier- en plantengroepen is hier niet op eigen kracht gekomen. Het aantal uitheemse planten- en diersoorten is sinds 1900 meer dan verdubbeld.
Verdwijnen en verschijnen
Exoten in Nederland zijn planten- en diersoorten die, door toedoen van de mens, vanuit hun oorspronkelijke verspreidingsareaal naar ons land zijn gebracht en zich hier zelfstandig in het wild kunnen voortplanten. Als de nieuwe soorten zich blijvend vestigen en hun levenscyclus hier voltooien, gaan ze deel uitmaken van de Nederlandse fauna en flora.
Aandeel exoten in de Nederlandse fauna en flora
Bedoeld of onbedoeld
Een aantal exoten is door de mens in Europa of Nederland ingevoerd. Voorbeelden zijn de Japanse oester voor de oestercultuur, de muskusrat voor bont en de Amerikaanse vogelkers voor bosverbetering. Andere soorten zijn hier onbedoeld terecht gekomen, zoals de bruine rat en de Amerikaanse zwaardschede, een schelp. Deze soorten zijn onder meer met schepen meegelift. De nijlgans is uit gevangenschap ontsnapt en de Kaspische slijkgarnaal kon Nederland bereiken na de aanleg van het Main-Donau-kanaal.
Gewervelde dieren: aantal soorten exoten per periode
Weekdieren: aantal soorten exoten per periode
1,3 miljard euro schade
De totale financiële schade die exoten veroorzaken kan enorm zijn. De jaarlijkse schade wordt geschat op 1,3 miljard euro. Daaronder zijn begrepen de kosten van schade en bestrijding van uitheemse besmettelijke ziekten. De muskusrat vormt door graafactiviteiten een gevaar voor de dijken, en de grote waternavel, een waterplant, kan in korte tijd zo uitgroeien dat de waterafvoer in gevaar komt.
Naast economische schade kan sprake zijn van ecologische schade. Sommige exotische soorten concurreren om voedsel of ruimte, zoals de Japanse oester, andere soorten brengen ziekten op inheemse dier- en plantsoorten over.
Lodewijk van Duuren