Meerdere bevolkingskernen per gemeente
Nederland telt in 2001 2 026 bevolkingskernen. De agglomeratie Groot-Amsterdam is met ruim 975 duizend inwoners de grootste bevolkingskern, Terhofstede is met 32 inwoners de kleinste kern.
In deze kernen woont 90 procent van de Nederlandse bevolking. De bevolkingskernen leggen beslag op 10 procent van de oppervlakte land.
Meeste gemeenten hebben meer dan één bevolkingskern
Door de – veelal grootschalige – gemeentelijke herindelingen hebben de meeste gemeenten meer dan één bevolkingskern. De gemeente Schouwen-Duiveland heeft zelfs 21 kernen.
Bevolkingskernen kunnen zich ook uitstrekken over meer dan één gemeente. De grootste bevolkingsagglomeratie is het bebouwde gebied in en rond Amsterdam. De twee andere grote agglomeraties zijn Groot-Rotterdam met 794 duizend inwoners en Groot-Den Haag met 720 duizend inwoners.
Bevolkingskernen Randstad naar grootte van het aantal inwoners
Een zesde bevolking woont in grote agglomeraties
64 procent van de kernen zijn kleine kernen, van minder dan 2 duizend inwoners. Het aantal landelijke kernen (inwonertal minder dan 10 duizend) bedraagt 1 782. In deze kernen woont 22 procent van de bevolking. In de drie grote agglomeraties met en rondom Amsterdam, Rotterdam en Den Haag woont 17 procent van de bevolking.
Huishouden kleiner in grote agglomeraties
In de kleinere bevolkingskernen zijn de huishoudens gemiddeld groter dan in de grotere stedelijke centra (inwonertal 10 duizend en meer) en de grootste agglomeraties. Het aantal éénpersoonshuishoudens neemt toe van bijna een kwart in de kernen met minder dan 20 duizend inwoners tot bijna de helft in de drie grootste agglomeraties.
Huishoudengrootte per categorie bevolkingskern, 2001
Dienstensector dominanter binnen grotere kernen
Ook het aandeel werkenden in de industrie en dienstensector verschilt met de omvang van de bevolkingskern. In de drie grote agglomeraties werkt 87 procent van de werkzame beroepsbevolking in de dienstensector. In landelijke bevolkingskernen met minder dan 2 duizend inwoners is dat aandeel nog maar 70 procent. In deze kleine kernen is de landbouw weer een relatief grote sector.
Werkzame beroepsbevolking naar economische sector per categorie bevolkingskern, 2001
Niek van Leeuwen