Meer dienstverlening in Sociale Werkvoorziening
De dienstverlening van de Sociale Werkvoorziening zoals groenaanleg, schoonmaak en postbezorging zorgde in de periode 1995-2003 voor een sterke omzetstijging. Maakten deze diensten in 1995 nog 60 procent van de omzet uit, in 2003 was dit aandeel gestegen tot driekwart. De totale opbrengst van de activiteiten in de Sociale Werkvoorziening bedroeg 1 177 miljoen euro in 2003.
Omzet Sociale Werkvoorziening, naar activiteit, 2003
Dienstverlening in plaats van industrie
In 2003 bestond de belangrijkste bron van inkomsten van de Sociale Werkvoorziening uit diensten. Groenaanleg, -onderhoud en kwekerijen zorgden voor 26 procent van de omzet. Daarnaast leverden ook assemblage, montage en verpakken (23 procent) en detachering van WSW-personeel (12 procent) een flinke bijdrage aan de netto omzet. Het inkomstenaandeel uit industriële activiteiten is daarmee teruggelopen van 40 procent in 1995 tot 25 procent in 2003.
Ontwikkeling omzetverdeling Sociale Werkvoorziening
Vooral grote bedrijven
Begin 2005 waren er ongeveer honderd bedrijven actief in de Sociale Werkvoorziening. In driekwart van deze bedrijven werkten honderd of meer personen. Eind 2004 werkten 109 duizend mensen in de Sociale Werkvoorziening. Hiervan had 87 procent een dienstverband in het kader van de Wet Sociale Werkvoorziening. De resterende 13 procent is ander gesubsidieerd personeel en stafpersoneel, waaronder ambtenaren. Er werken vooral mannen (73 procent) in de Sociale Werkvoorziening. In het bedrijfsleven is de verdeling tussen man en vrouw veel meer in evenwicht; 55 procent van de werkenden is daar man en 45 procent is vrouw.
Rijksvergoeding dekt arbeidskosten WSW-personeel
De Sociale Werkvoorziening is voor een belangrijk deel afhankelijk van subsidies. De Rijksvergoeding de belangrijkste hiervan. Deze vergoeding is bedoeld om de arbeidskosten van het WSW-personeel te dekken. In 2003 werd een bedrag van 2122 miljoen euro aan Rijksvergoeding ontvangen. Daarmee konden de arbeidskosten (2119 miljoen euro) gefinancierd worden.
Margot de Bontridder en Hans Draper