Exit kunstgebit?
Steeds minder Nederlanders hebben een kunstgebit. Het aandeel personen met een volledig kunstgebit is tussen 1981 en 2004 meer dan gehalveerd. In 1981 had bijna 32 procent van de Nederlanders boven de 15 jaar een dergelijk gebit. In 2004 is dat nog slechts 14 procent. Deze daling is voor mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. Vrouwen (15 procent) hebben iets vaker een volledig kunstgebit dan mannen (13 procent).
Gebitsprothesen bij bevolking, 16 jaar en ouder
Kunstgebit raakt uit de gratie
Vergeleken met begin jaren tachtig komt in 2004 het dragen van een kunstgebit in alle leeftijdsgroepen minder voor. De daling is vooral manifest bij de 50- tot 70-jarigen. Onder de veertig jaar is het kunstgebit vandaag de dag nagenoeg uitgebannen. Van de ouderen boven de tachtig jaar heeft nog drie op de vier een dergelijk gebit.
Naast ouderen zijn er ook andere groepen te onderscheiden die relatief vaak een volledig kunstgebit dragen. Zo komt een kunstgebit vaker voor bij mensen die wonen op het platteland, via het ziekenfonds verzekerd zijn, of een lage opleiding of laag inkomen hebben.
Volledig kunstgebit naar leeftijd
Populatie kunstgebittendragers vergrijst
Begin jaren tachtig waren vier op de tien dragers van een kunstgebit ouder dan 65 jaar. Vandaag de dag is dat gestegen tot ruim zes op de tien. Tussen 1981 en 2004 heeft de groep kunstgebittendragers dan ook een forse veroudering ondergaan. De gemiddelde leeftijd van de populatie kunstgebittendragers is toegenomen van 58 jaar in 1981 tot 68 jaar in 2004.
Vergrijzing van de populatie kunstgebittendragers
Verlost van de tandarts?
Degenen die eenmaal een volledig kunstgebit hebben, houden de tandarts doorgaans voor gezien. Slechts 9 procent van hen die al langer dan 2 jaar het kunstgebit hebben, gaat minstens nog één keer per jaar naar de tandarts. Voor mensen die geen prothese dragen is dat 90 procent.
Frans Frenken