Laag inkomen meestal van tijdelijke aard
Een op de vijf mensen had in de periode 1995-2003 ooit een laag inkomen. Voor tweederde was de ongunstige inkomenspositie van tijdelijke aard. Van de uitkeringsontvangers had bijna een kwart in de periode 1995-2003 meestal of voortdurend een laag inkomen. De lage-inkomensgrens lag in 2003 voor een alleenstaande op 10,2 duizend euro.
Ruim 1,8 miljoen mensen hadden ooit laag inkomen
Van de 9,1 miljoen mensen van 15 jaar en ouder heeft een op de vijf in de periode 1995-2003 ooit een laag inkomen gehad. In totaal ging het om ruim 1,8 miljoen mensen. Voor tweederde van hen betrof het een periode van hooguit vier van de negen jaar. Afwisselende periodes van wel of geen laag inkomen kende 17 procent en voor 13 procent gold dat zij meestal een laag inkomen hadden. Ten slotte moest 6 procent van degenen die ooit een laag inkomen hadden, alle negen jaren rondkomen van een laag inkomen. Dit komt overeen met 100 duizend personen.
Personen met laag inkomen naar duur laag inkomen, 1995-2003
Laag inkomen zelfstandigen meestal tijdelijk
Zelfstandigen hebben geen vast inkomen. Een laag inkomen kwam bij deze groep iets vaker voor dan bij loonontvangers. Bij zelfstandigen was een laag inkomen vrijwel altijd van tijdelijke aard: in zeven van de tien gevallen betrof het een eenmalig laag jaarinkomen. Van de pensioenontvangers had bijna 22 procent ten minste één jaar een laag inkomen. Zo’n 7 procent van de gepensioneerden had zelfs meestal of voortdurend een laag inkomen.
Vaak en langdurig laag inkomen bij uitkeringsontvangers
De helft van de uitkeringsontvangers heeft in de periode 1995-2003 ooit een laag inkomen gehad. Bijna 9 procent van deze groep moest gedurende de gehele periode van een laag inkomen rondkomen en 14 procent meestal.
Personen met laag inkomen naar voornaamste inkomensbron, 1995-2003
Inkomenspositie paren relatief gunstig
Vijf van de zes paren hebben in de periode 1995-2003 nooit een laag inkomen gehad. Bij paren die wel een laag inkomen hadden, was dit meestal tijdelijk. Bij eenoudergezinnen en alleenstaanden kwam een laag inkomen veel vaker voor. Bovendien duurde bij hen de periode met een laag inkomen gemiddeld langer.
Personen met laag inkomen naar huishoudenstype, 1995-2003
Inkomsten 13 procent onder lage-inkomensgrens
De mensen met in de periode 1995-2003 onafgebroken een laag inkomen hadden een gemiddeld meerjarig inkomen dat 13 procent onder de lage-inkomensgrens lag. Voor degenen met meestal een laag inkomen lag het gemiddeld meerjarig inkomen 4 procent onder de lage-inkomensgrens.
Hendrika Lautenbach en Clemens Siermann