Iets meer banen
In het derde kwartaal van 2005 waren er iets meer banen dan in het tweede kwartaal. Voor seizoenseffecten gecorrigeerd nam het aantal banen van werknemers met 7 duizend toe. Daarmee zet het lichte herstel van de werkgelegenheid door. De loonkosten per arbeidsjaar waren in het derde kwartaal 2,2 procent hoger uit dan een jaar eerder. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Banenverlies voorbij
Voor de tweede keer sinds het begin van 2003 is van kwartaal op kwartaal sprake van een lichte banengroei, en wel van 7 duizend banen. In de loop van 2003 gingen er gemiddeld 40 duizend banen per kwartaal verloren. Sindsdien is de daling teruggelopen tot 12 duizend in het eerste kwartaal van 2005, gevolgd door de lichte groei in het tweede en derde kwartaal. Seizoeninvloeden kunnen een sterk effect hebben op de werkgelegenheid. Voor een goed beeld van de kortetermijnontwikkelingen is daarom gebruik gemaakt van seizoengecorrigeerde kwartaalcijfers.
Voor het eerst in vier jaar meer banen in het bedrijfsleven
Voor het eerst sinds het derde kwartaal van 2001 is het aantal banen in het bedrijfsleven licht gestegen. In de afgelopen jaren liep de ontwikkeling van de werkgelegenheid tussen bedrijfsleven en collectieve sector (overheid, onderwijs en zorg) sterk uiteen. In het bedrijfsleven was in 2002 al sprake van banenverlies, dat in 2003 toenam en in 2004 begon terug te lopen. De werkgelegenheid in de collectieve sector kende in 2002 juist een sterke groei, die in de jaren daarna afvlakte.
Meer werk bij zakelijke dienstverleners en in de zorg
De bescheiden werkgelegenheidsgroei in het derde kwartaal is te danken aan de zakelijke dienstverlening en de gezondheidszorg. In de andere bedrijfstakken is sprake van een kleine krimp of stabilisatie.
De groei in de zakelijke dienstverlening is voor het grootste deel het gevolg van meer uitzendwerk, maar ook in branches als de computerservicebureaus, reclamebureaus en economische dienstverlening gaat het beter met de werkgelegenheid. In de collectieve sector komt de groei geheel voor rekening van de gezondheids- en welzijnszorg. In het onderwijs is de werkgelegenheid vrijwel stabiel, bij het openbaar bestuur verdwijnen gestaag banen.
Meer vrouwen aan het werk
In vergelijking met een jaar geleden lag het aantal banen in het derde kwartaal van 2005 nog wel 11 duizend lager, maar ook in de jaar-op-jaarvergelijking tekent zich een duidelijke verbetering van de arbeidsmarkt af. Er waren 22 duizend meer vrouwen aan het werk dan een jaar geleden. Het aantal banen dat bezet wordt door mannen lag nog wel 33 duizend lager, maar ook hier vlakt de daling snel af.
Loonkosten stijgen 2,2 procent
De loonkosten per arbeidsjaar waren in het derde kwartaal van dit jaar 2,2 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. Deze stijging is hoger dan de CAO-loonstijging van 1,0 procent. Het verschil is voor een deel het gevolg van hogere werkgeverspremies voor onder andere pensioen. De stijging van de loonkosten is de laagste sinds 1997.
Opmerkelijk is dat de CAO-loonstijging iets is aangetrokken na het laagste punt van 0,5 procent in het tweede kwartaal van 2005. De loonkostenstijging in het derde kwartaal van 2005 verschilt tussen de bedrijfstakken. Het hoogst was de loonkostenstijging in de industrie en de bouw met 2,9 procent, het laagst in het onderwijs met slechts 0,7 procent.
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.
Downloads
- PDF - pb05n145