Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd
De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met 1,3 procent gegroeid. Dat blijkt uit de tweede raming van de kwartaalrekeningen van het CBS. De groei van het bruto binnenlands product (BBP) is 0,4 procentpunt hoger dan bij de eerste raming van 15 november.
De groei van het BBP in het derde kwartaal is vooral te danken aan meer export en verder aantrekkende investeringen. Ook de consumptie van huishoudens en van de overheid waren hoger dan een jaar eerder.
Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie
De bijstelling van de economische groei met 0,4 procentpunt is vooral het gevolg van een opwaartse bijstelling van de overheidsconsumptie. Zowel de uitgaven van de overheid als die voor de zorg zijn hoger dan eerder geraamd. Daarnaast vallen ook de investeringen, en in mindere mate de uitvoer en de consumptie van huishoudens, hoger uit dan bij de eerste raming. Daartegenover staat echter een verhoging van de invoer.
Vanuit de productiekant gezien heeft de commerciële dienstverlening meer geproduceerd dan eerder geraamd. De productie van goederenproducenten komt echter iets lager uit.
Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent
Het volume van het BBP is in het derde kwartaal van 2005, na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten, met 0,6 procent toegenomen ten opzichte van het tweede kwartaal van 2005. Dat is 0,3 procentpunt hoger dan bij de eerste raming. De kwartaal-op-kwartaalgroei van 0,6 procent is hoger dan het gemiddelde van de voorgaande vier kwartalen.
Groei uitvoer vooral door wederuitvoer
Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was in het derde kwartaal 5,0 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee steeg de export een fractie minder dan in het eerste halfjaar. De groei komt bijna volledig voor rekening van de wederuitvoer. Dit is de export van elders, bijvoorbeeld in China, de VS en Taiwan, geproduceerde goederen. Deze worden via Nederland gedistribueerd, nadat ze hooguit een geringe bewerking hebben ondergaan. De groei van de export van in Nederland geproduceerde goederen was zeer bescheiden en duidelijk minder dan in het eerste halfjaar.
De groei van de invoer (6,1 procent) was hoger dan die van de uitvoer. Ook de invoergroei komt voor het grootste deel voor rekening van de wederuitvoer. Daarnaast is er meer ingevoerd door de toename van de binnenlandse bestedingen.
Hoogste groei consumptie huishoudens in ruim drie jaar
Huishoudens hebben in het derde kwartaal van 2005, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 1,2 procent meer besteed dan een jaar eerder. Dit is de hoogste groei sinds het eerste kwartaal van 2002.
De Nederlandse consumenten hebben vooral meer uitgegeven aan goederen en dan met name aan duurzame consumptiegoederen. Consumenten kochten vooral meer consumentenelektronica, meubelen en kleding. Ze hebben echter minder besteed aan nieuwe personenauto’s.
Aan diensten werd ook meer uitgegeven, maar net als in voorgaande kwartalen was de stijging relatief beperkt. Opvallend was dat de consumentenbestedingen in de horeca voor het eerst in bijna vijf jaar zijn gestegen.
Opmerkelijk herstel overheidsconsumptie
Het volume van de overheidsconsumptie was in het derde kwartaal 1,3 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. Na anderhalf jaar van teruglopende uitgaven gaf de overheid weer meer uit aan openbaar bestuur. Ook de reële uitgaven voor zorg en welzijn trokken aan.
Investeringen trekken stevig aan
In het derde kwartaal van 2005 waren de investeringen in vaste activa 6,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. Dit was voor bijna de helft een gevolg van hogere investeringen in woningen. Ook in machines en installaties, infrastructuur, zakenauto’s en vliegtuigen is meer geïnvesteerd. Het sterkst toegenomen zijn echter de investeringen in computers.
Bouw en commerciële diensten zorgen voor de productiegroei
Vanuit de productie benaderd zijn de bouw en de commerciële dienstverlening de trekkers van de economische groei. De bouwnijverheid profiteerde van de aantrekkende woningbouw. In de commerciële dienstverlening komt de groei vooral van de groothandel en het transport, die betrokken zijn bij de wederuitvoer, en van de uitzendbranche. De productie in de niet-commerciële dienstverlening (overheid en zorg) groeide bescheiden.
De industriële productie was vrijwel gelijk aan vorig jaar en blijft daarmee opvallend achter bij eerdere perioden van herstel. Tegenover een herstel in de chemie stond een krimp in de elektrotechnische en transportmiddelenindustrie. De aardgasproductie was fors lager doordat veel minder gas in het buitenland werd afgezet. Ook in de landbouw bleef de productie achter en dan vooral in de tuinbouw.
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.