Economie groeit 1,3 procent
De Nederlandse economie is in het derde kwartaal met 1,3 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. In het eerste kwartaal was de groei van het bruto binnenlands product (BBP) nog negatief, in het tweede kwartaal ook 1,3 procent. De groei van het BBP is vooral te danken aan meer export en verder aantrekkende investeringen. Maar ook de consumptie van huishoudens en die van de overheid waren hoger.
Na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten was het volume van het bruto binnenlands product in het derde kwartaal 0,6 procent hoger dan in het tweede kwartaal van dit jaar. Deze kwartaal-op-kwartaalgroei is hoger dan het gemiddelde van de voorgaande vier kwartalen.
Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was in het derde kwartaal 5,0 procent groter dan een jaar eerder. Dat is een fractie minder dan in het eerste halfjaar. De toename van de export kwam vrijwel volledig voor rekening van de wederuitvoer. De groei van de invoer was met 6,1 procent hoger dan die van de uitvoer.
De consumptieve bestedingen door huishoudens lagen 1,2 procent boven het niveau van een jaar eerder. Dit is de hoogste groei sinds het eerste kwartaal van 2002. Consumenten hebben in het derde kwartaal vooral meer uitgegeven aan goederen, met name aan consumentenelektronica, meubelen en kleding.
Het volume van de overheidsconsumptie was in het derde kwartaal 1,3 procent hoger. De overheid gaf weer meer uit aan openbaar bestuur, na anderhalf jaar van teruglopende uitgaven. Ook de voor prijsveranderingen gecorrigeerde uitgaven voor zorg en welzijn namen toe.
De investeringen in vaste activa waren 6,6 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. De stijging in het derde kwartaal komt voor bijna de helft voor rekening van hogere investeringen in woningen. Het meest stegen de investeringen in computers.
Middelen en bestedingen (volume)