Economie groeit 0,9 procent in derde kwartaal 2005
De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 gegroeid. Het bruto binnenlands product (BBP) was 0,9 procent hoger dan een jaar eerder. De werkgelegenheid was in het derde kwartaal 0,2 procent kleiner dan een jaar geleden. De daling van het aantal banen is echter veel geringer dan in voorgaande kwartalen. Dit blijkt uit de eerste raming van de kwartaalrekeningen van het CBS.
De groei van het BBP is niet alleen te danken aan meer export, maar ook aan een hogere consumptie van huishoudens en verder aantrekkende investeringen. De consumptie van de overheid was lager.
Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,3 procent
Het volume van het BBP is in het derde kwartaal van 2005, na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten, met 0,3 procent toegenomen ten opzichte van het tweede kwartaal van 2005. Deze kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is gematigd. In beide voorgaande kwartalen was sprake van relatief grote positieve en negatieve mutaties.
Groei uitvoer iets afgenomen
Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was in het derde kwartaal 4,7 procent hoger dan een jaar eerder. Daarmee steeg de export iets minder dan in het eerste halfjaar. De groei komt bijna volledig voor rekening van de wederuitvoer. Dit is de export van elders, bijvoorbeeld in China, de VS en Taiwan, geproduceerde goederen. Deze worden via Nederland gedistribueerd, nadat ze hooguit een geringe bewerking hebben ondergaan. De groei van de export van in Nederland geproduceerde goederen in het derde kwartaal was zeer bescheiden en duidelijk minder dan in het eerste halfjaar.
De groei van de invoer (4,6 procent) was vrijwel gelijk aan die van de uitvoer. Ook de invoergroei komt vrijwel geheel voor rekening van de wederuitvoer.
Hoogste groei consumptie huishoudens in drie jaar
Huishoudens hebben in het derde kwartaal van 2005, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 1,0 procent meer besteed dan een jaar eerder. Dit is de hoogste groei sinds het derde kwartaal van 2002.
De Nederlandse consumenten hebben vooral meer uitgegeven aan goederen. Zowel de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen als die aan duurzame consumptiegoederen waren hoger dan vorig jaar. Wat betreft de duurzame consumptiegoederen zijn er vooral meer consumentenelektronica, meubelen en kleding gekocht. De consumenten kochten echter minder nieuwe personenauto’s. Aan diensten werd ook meer uitgegeven, maar net als in voorgaande kwartalen was de stijging relatief beperkt.
Overheidsconsumptie lager
Het volume van de overheidsconsumptie was in het derde kwartaal 0,5 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2004. De overheid gaf minder uit aan onderwijs en vooral aan openbaar bestuur en defensie. De reële uitgaven voor zorg en welzijn namen nog wel toe, maar veel minder dan in de afgelopen jaren.
Investeringen trekken verder aan
In het derde kwartaal van 2005 waren de investeringen in vaste activa 3,4 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. Dit was voor een belangrijk deel een gevolg van hogere bouwinvesteringen. Vooral de woningbouw trekt aan. Ook in machines en installaties, bedrijfsgebouwen, infrastructuur en zakenauto’s is meer geïnvesteerd. Uitschieter naar boven waren de investeringen in computers.
Bouw en commerciële diensten zorgen voor de productiegroei
Vanuit de productie benaderd zijn de bouw en de commerciële dienstverlening de trekkers van de bescheiden economische groei. De bouwnijverheid profiteerde van de aantrekkende woningbouw. In de commerciële dienstverlening komt de groei vooral van de groothandel, die betrokken is bij de wederuitvoer, en van de uitzendbranche. De productiegroei in de niet-commerciële dienstverlening (overheid en zorg) was zeer gering.
De industriële productie was vrijwel gelijk aan vorig jaar en blijft daarmee opvallend achter bij eerdere perioden van herstel. Tegenover een herstel in de chemie stond een krimp in de elektrotechnische en transportmiddelenindustrie. De aardgasproductie was fors lager doordat veel minder gas in het buitenland werd afgezet. In de landbouw waren de oogsten minder groot dan vorig jaar.
Banenverlies tot staan gekomen
In het derde kwartaal van 2005 waren er 13 duizend banen (0,2 procent) minder dan een jaar geleden. De daling in arbeidsjaren (voltijdbanen) was relatief iets groter, namelijk 0,5 procent. Het aantal banen is voor het tiende kwartaal op rij lager dan een jaar eerder. Het verlies in het derde kwartaal is wel het laagste in deze reeks. Na correctie voor seizoeninvloeden is het aantal banen in het derde kwartaal van 2005 zelfs een fractie hoger dan in het tweede kwartaal van dit jaar.
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.