Economie groeit 0,9 procent
De Nederlandse economie is in het derde kwartaal met 0,9 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. In het eerste kwartaal was de groei van het bruto binnenlands product (BBP) nog negatief, in het tweede kwartaal 1,3 procent.
Na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten was het volume van het bruto binnenlands product in het derde kwartaal 0,3 procent hoger dan in het tweede kwartaal van dit jaar. Dit gematigde groeicijfer komt na de relatief grote daling in het eerste kwartaal, gevolgd door een opvallend hoog groeicijfer in het tweede kwartaal.
De groei van het BBP is te danken aan meer export, hogere consumptie van huishoudens en verder aantrekkende investeringen. Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was in het derde kwartaal 4,7 procent groter dan een jaar eerder. Dat is iets minder dan in het eerste halfjaar. De toename van de export kwam vrijwel volledig voor rekening van de wederuitvoer. De groei van de invoer was met 4,6 procent vrijwel gelijk aan die van de uitvoer.
De consumptieve bestedingen door huishoudens lagen 1,0 procent boven het niveau van een jaar eerder. Dit is de hoogste groei sinds het derde kwartaal van 2002. Consumenten hebben in het derde kwartaal vooral meer uitgegeven aan goederen, met name aan voedings- en genotmiddelen, consumentenelektronica, meubelen en kleding.
Het volume van de overheidsconsumptie was in het derde kwartaal 0,5 procent lager dan in het hetzelfde kwartaal van 2004. De overheid gaf minder uit aan onderwijs, maar vooral minder aan openbaar bestuur en defensie. De voor prijsveranderingen gecorrigeerde uitgaven voor zorg en welzijn namen nog wel toe, maar veel minder dan in de afgelopen jaren.
De investeringen in vaste activa waren 3,4 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2004. De stijging in het derde kwartaal komt voor een belangrijk deel voor rekening van hogere investeringen in woningen. Het meest stegen de investeringen in computers.
Middelen en bestedingen (volume)