Omzet bouw stijgt

De omzet in de bouw is in de eerste helft van 2005 met 1,8 procent toegenomen ten opzichte van dezelfde periode van 2004. Deze stijging wordt veroorzaakt door het zeer positief verlopen tweede kwartaal van 2005.

Omzetontwikkeling bouw, 2005

Zeer gunstig tweede kwartaal

In het tweede kwartaal van 2005 steeg de omzet met 6,9 procent. Deze stijging is deels veroorzaakt door een groter aantal gewerkte uren per werknemer. De omzet daalde in het eerste kwartaal van 2005 nog met ruim 4 procent. Met deze jongste cijfers bereikt de gemiddelde omzet over de laatste twaalf maanden het hoogste niveau sinds oktober 2003.

Omzetontwikkeling bouw, 12 maandsvoortschrijdend gemiddelde

Installatie en afwerking

Bouwinstallatiebedrijven en bouwbedrijven die in afwerking gespecialiseerd zijn, noteerden de meest positieve omzetontwikkeling in het eerste halfjaar van 2005. Bij bouwinstallatiebedrijven steeg de omzet 4 procent en bij de eerdergenoemde gespecialiseerde bouwbedrijven was de omzetstijging zelfs 4,6 procent.

De omzettoename bij bouwbedrijven in burgerlijke en utiliteitsbouw (bouwen van woningen, kantoren, ziekenhuizen e.d.) was 1,3 procent. Alleen de bedrijven in de grond-, water- en wegenbouw zagen hun omzet in het eerste halfjaar van 2005 dalen (-1,5 procent). Mogelijk houdt deze daling verband met het aflopen van een aantal grote infrastructurele werken.

Alle deelsectoren in het tweede kwartaal in de plus

In alle deelsectoren van de bouw was de omzetontwikkeling in het eerste kwartaal van 2005 negatief en in het tweede kwartaal positief. Omzetdalingen van ruim 5 procent vonden hierbij in het eerste kwartaal plaats bij de grond-, water- en wegenbouw en de burgerlijke en utiliteitsbouw.

De grootste omzetstijgingen in het tweede kwartaal voltrokken zich bij de bouwbedrijven die gespecialiseerd zijn in het afwerken van gebouwen en de bouwinstallatiebedrijven. Vooral de in afwerking gespecialiseerde bedrijven deden goede zaken met een omzetstijging van ruim 10 procent.

Ron Duijkers, Wilco de Jong en Robbert de Ruijter