Incidentele loonstijging in 2003 toegenomen
De loonstijging bovenop de stijging zoals afgesproken in cao’s is in 2003 op 1,1 procent uitgekomen. Deze incidentele loonstijging is daarmee even groot als in 2000 en 2001. In 2002 was de incidentele loonstijging slechts 0,1 procent.
Incidentele jaarloonontwikkeling, 1996-2003
Verdiende lonen stegen sneller dan de cao-lonen
De verdiende jaarlonen zijn in 2003 met gemiddeld 3,7 procent gestegen. De cao-loonstijging kwam in dat jaar uit op 2,8 procent. Het verschil tussen beide loonstijgingen was daarmee 0,9 procent.
De ontwikkeling van de verdiende jaarlonen hangt samen met veranderingen in de samenstelling van de groep werknemers. Zo is het aandeel deeltijdwerkers in 2003 toegenomen. Doordat deeltijders gemiddeld een lager jaarloon hebben dan voltijders, neemt het gemiddelde verdiende jaarloon af. Gecorrigeerd voor dergelijke effecten resulteerde in 2003 een incidentele loonstijging van 1,1 procent.
Incidentele loonontwikkeling voor voltijdwerkers lager
De gemiddelde incidentele loonontwikkeling van alle werknemers lag in 2003 hoger dan het gemiddelde over 1996-2002, dat op 0,8 procent uitkwam. Voor de voltijdwerkers, die 54 procent van alle werknemers uitmaken, ligt dit anders. Voor deze groep werknemers kwam de incidentele loonontwikkeling in 2003 juist iets lager uit dan het gemiddelde over die periode.
Incidentele ontwikkeling jaarlonen naar dienstverband
Lage stijging bij voltijders die langer in dienst zijn
Binnen de voltijders is de groep werknemers te onderscheiden die minstens anderhalf jaar bij hetzelfde bedrijf gewerkt heeft. Deze grens wordt gehanteerd om zeker te zijn dat het volledige vakantiegeld in het jaarloon is opgenomen. Voltijders die minstens anderhalf jaar bij hetzelfde bedrijf hebben gewerkt, vormden 44 procent van alle werknemers. Zij hadden in 2003 een incidentele loonontwikkeling van slechts 0,2 procent. Voor deze groep werknemers was er dus een zeer beperkte toename van niet in cao’s vastgelegde beloningen.
Antwan Vos