Meer 50-plussers aan het werk
Het aantal werkzame 50-plussers is in de periode 1992–2004 bijna verdubbeld. Het aandeel ouderen in de werkzame beroepsbevolking steeg van 14 naar ruim 22 procent. Deels komt dat door de vergrijzing; daarnaast hebben ouderen ook vaker een baan.
Verdubbeling aantal werkzame ouderen
Steeds meer ouderen hebben werk van ten minste twaalf uur per week. In 2004 ging het om bijna 1,6 miljoen 50-plussers. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 1992. Inmiddels maken ouderen ruim 22 procent uit van de werkzame beroepsbevolking van 15–74 jaar.
Bevolking van 50–74 jaar naar geslacht en arbeidspositie, 1992 en 2004
Arbeidsdeelname ouderen sterk gestegen
De toename van het aantal werkzame ouderen hangt voor een deel samen met de vergrijzing. Tussen 1992 en 2004 nam het aantal personen van 50–74 jaar toe met ruim 900 duizend tot 4,2 miljoen. Belangrijker was echter de toegenomen arbeidsdeelname van ouderen. Deze steeg van 25 naar 37 procent.
Tussen 1992 en 2004 is in alle leeftijdsgroepen van ouderen de arbeidsdeelname toegenomen. In 2004 werkte van de 50–54-jarigen 70 procent. Van de 55–59-jarigen was dat bijna 55 procent. Onder de 60-plussers ligt de arbeidsdeelname een stuk lager: van de 60–64-jarigen had nog zo’n 20 procent een baan.
Arbeidsdeelname 50-plussers
Een op de drie werkzame ouderen is vrouw
De arbeidsdeelname van oudere mannen is nog steeds beduidend hoger dan die van oudere vrouwen. Wel is de arbeidsdeelname bij oudere vrouwen relatief sterk toegenomen. De sterkste groei vond plaats bij de 50–54-jarigen: een toename van 25 procentpunt. Was in 1992 een op de vier werkende ouderen een vrouw, in 2004 is dat een op de drie.
Arbeidsduur daalt vanaf 60 jaar
Gemiddeld wijkt de arbeidsduur van ouderen nauwelijks af van die van de totale werkzame bevolking. Binnen de groep 50-plussers bestaan wel grote verschillen naar leeftijd. Het aandeel ouderen dat in deeltijd werkt, neemt fors toe vanaf 60 jaar.
Arbeidsduur werkzame beroepsbevolking 50–74 jaar, 2004
Ouderen vaker zelfstandige
Ouderen werken naar verhouding vaak als zelfstandige. Was 12 procent van alle werkzame personen in 2004 een zelfstandige, van de 50–74-jarigen was dat 18 procent. Van de werkzame 65-plussers was zelfs 60 procent zelfstandig ondernemer. Het gaat daarbij veelal om landbouwers en winkeliers.
Hendrika Lautenbach en Henk-Jan Dirven