Herstel utiliteitsbouw gloort
De nieuwbouw van utiliteitsgebouwen gaat door een diep dal. De productie is in het eerste halfjaar van 2004 38 procent lager dan in het begin van 2002. Zo’n forse daling is de laatste 35 jaar vaker voorgekomen.
Productie bouwwerken
Productie bouwwerken fluctueert hevig
De trend van de productie van nieuwe utiliteitsgebouwen laat over de afgelopen 35 jaar een stijging zien van gemiddeld 0,3 procent per jaar.
De werkelijke productie fluctueert hevig. In de productie van bouwwerken zijn cycli van zo’n tien jaar te onderscheiden. Tussen top en dal zit gemiddeld zo’n vijf jaar.
Jaren met een top in de productie van bouwwerken zijn de jaren 1980, 1992 en 2002, dieptepunten in de bouwproductie zijn er in de jaren 1975, 1985 en 1995. De daling tussen 1980 en 1985 is met 46 procent relatief zeer groot.
Ruim twee jaar na de top van 2001 is de productie van nieuwe utiliteitsgebouwen met bijna 40 procent gedaald.
Productie bouwwerken en economische groei
Groei en krimp
De groei van de productie van de utiliteitsbouw valt samen met de economische groei (mutatie BBP). Over het algemeen stijgt de productie van bouwwerken in perioden van economische groei, de productie neemt af als de economie krimpt. Dat laatste gebeurde rond 1982 en 2003. De productie van nieuwe bouwwerken daalde toen sterk. Ook bij de afname van de groei van het BBP rond 1993 daalde de productie.
Productie bouwwerken en nieuwe opdrachten
Architectenbureaus voorspellers van groei en krimp
Een goede voorspeller van groei en krimp in de bouwproductie is de ontwikkeling van de netto ontvangen opdrachten bij architectenbureaus.
Het aantal ontvangen nieuwe opdrachten loopt vóór op de productie. De cijfers tonen ook dat het aantal nieuwe opdrachten bij architectenbureaus nog meer fluctueert dan de productie van nieuwe utiliteitsgebouwen.
Uit de lichte stijging van het aantal nieuwe opdrachten van de architectenbureaus sinds het begin van 2004 kan worden afgeleid dat de weg omhoog naar herstel van de bouwproductie is ingezet.
Kees Roeleveld en Marius Reitsema
Bron: StatLine