Ouderen vaker aan het werk
In de periode 1993-2003 is de arbeidsdeelname van 50-plussers sterk gestegen. Onder oudere vrouwen is de participatie sneller gestegen dan onder oudere mannen. De arbeidsdeelname van 60-64-jarigen is bijna verdubbeld. Onder 65-plussers blijft het aandeel werkenden laag.
Bijna eenvijfde 60-64-jarigen werkt
In 2003 hadden zeven van de tien 50-54 jarigen een betaalde baan. Voor 55-59 jarigen lag de arbeidsdeelname met ruim vijf van de tien al een stuk lager. Maar de sterkste afname vindt boven de 60 jaar plaats. Van de groep 60-64 jarigen werkte iets minder dan twee van de tien. Boven de 65 wordt er nauwelijks nog gewerkt. Van deze groep had slechts 5 procent een betaalde baan.
Arbeidsdeelname 50-plussers
Toename sterkst bij 55-59-jarigen
De arbeidsdeelname van ouderen is in de afgelopen tien jaar in alle leeftijdsgroepen gestegen. Met name de 55-59-jarigen hebben vaker een baan. Hun arbeidsdeelname steeg van 38 naar 53 procent. In 2003 is hun arbeidsdeelname niet verder toegenomen, maar dit hangt samen met de sterk gestegen werkloosheid. Wanneer gekeken wordt naar de gehele beroepsbevolking, werkzaam èn werkloos, is er in deze leeftijdsgroep nog wel sprake van een toename.
Arbeidsdeelname mannen nog in de lift
Bij de mannen nam de arbeidsdeelname in de leeftijdsgroep 55-59 jaar sterk toe: van 57 procent in 1993 tot 73 procent in 2003. Ook bij de 60-64 jarige mannen is er een forse toename. De arbeidsdeelname groeide in de periode 1993-2003 van bijna 18 tot 27 procent. Deze toename vond vooral in de laatste vijf jaar plaats en komt doordat mannen op latere leeftijd stoppen met werken.
Arbeidsdeelname mannen van 50-69 jaar
Grote toename werkende vrouwen tot 60 jaar
De toename van de arbeidsdeelname is bij vrouwen sterker dan bij mannen. Vooral in de groep 50-54-jarigen steeg de arbeidsdeelname snel. In 1993 behoorde minder dan eenderde van deze vrouwen tot de werkzame beroepsbevolking. In 2003 is dit toegenomen tot 54 procent.
Arbeidsdeelname vrouwen van 50-69 jaar
Ook in leeftijdsgroepen 55-59 jaar en 60-64 jaar nam de arbeidsdeelname van vrouwen sterk toe. Dat bij vrouwen de groei sterker is dan bij mannen komt doordat vrouwen uit jongere generaties vrouwen vaker betaald werk willen. Bij mannen speelt een dergelijk cohorteffect geen rol.
Ingrid Beckers