Economische tegenwind deert banken niet
De omzet van de Nederlandse banken is de laatste jaren sterk gestegen. Hun inkomsten uit het rentebedrijf en verdiensten uit provisie, de twee belangrijkste inkomstenbronnen van banken, zijn vanaf 1995 tot en met 2003 verdubbeld.
Groei BBP en groei inkomsten banken
In de periode 1995-2000, toen de economie goed draaide, waren de provisie-inkomsten de motor achter de groei. Het rentebedrijf leverde in de periode tussen 2001 en 2003, waarin het economisch minder goed ging, een groei van de inkomsten op. In beide perioden was de groei van de totale inkomsten circa tweemaal zo groot als de groei van het BBP.
Totale inkomsten uit rentebedrijf en provisies van banken
Rentebedrijf
Banken hebben hun inkomsten uit het rentebedrijf vanaf 1999 sterk zien toenemen. De stijging over de periode 1999 tot en met 2003 was gemiddeld 13,4 procent. De inkomstenstijging kan voor een groot deel verklaard worden uit de sterke toename van de kredietverlening vanaf 1999. Bedrijven, huishoudens en het buitenland namen meer schulden op zich.
Ondanks de economisch mindere tijden in de jaren 2001 tot en met 2003 groeiden ook toen de inkomsten uit het rentebedrijf. De lagere rente zorgde ervoor dat lenen voor bedrijven en particulieren goedkoper werd, zodat de kredietverlening nog steeds toenam. Per saldo liepen de renteontvangsten echter terug. De banken konden de teruglopende renteontvangsten compenseren door de daling van de rente door te berekenen in hun rentelasten. Dit uitte zich onder andere in lagere rentevergoedingen op spaarrekeningen.
Provisie-opbrengsten van banken naar soort
Provisie-inkomsten
De meeste provisie-inkomsten van banken zijn tussen 1995 en 2003 gestaag toegenomen. De provisieopbrengsten uit effectenorders en –emissies laten echter een beweeglijker verloop zien. Gevoed door het gunstige beursklimaat eind jaren negentig bereikten deze inkomsten in 2000 een record.
Parallel aan de neerwaartse ontwikkeling van de beurs in de jaren erna daalden ook het aantal beurstransacties en aandelenemissies en daarmee de betreffende inkomsten, die tussen 2000 en 2003 bijna halveerden.
Hilbert van Dijk