Geweld en vernieling door meisjes toegenomen
In 2003 hoorde de politie in totaal 347 duizend verdachten van een misdrijf. Dit komt neer op 262 verdachten per 10 duizend inwoners in de leeftijd van twaalf tot tachtig jaar. Vergeleken met 1998, toen nog 208 verdachten per 10 duizend inwoners werden geregistreerd, is dat een stijging van 26 procent. De misdaad blijft een mannenzaak, bijna negen van de tien gehoorde verdachten zijn mannen. Vrouwen, en dan vooral de minderjarigen, zijn echter bezig met een inhaalslag.
Gehoorde verdachten
Criminaliteit vooral een jongensaangelegenheid
Voor vermogensmisdrijven zoals diefstal en inbraak zijn in 2003 per 10 duizend inwoners 97 verdachten gehoord. Voor geweldsmisdrijven is dit cijfer 53 en voor vernielingen 40.
Per 10 duizend minderjarige mannen kwamen er 766 als verdachte van een van deze drie misdrijven in aanraking met de politie. Hun relatieve aandeel is in alle misdrijfcategorieën het hoogst. Per 10 duizend inwoners van 12–17 jaar kwamen 341 jongens in 2003 met de politie in aanraking wegens vermogensmisdrijven. De overeenkomstige cijfers voor vernielingen en geweldsmisdrijven zijn 260 en 166.
Gehoorde verdachten naar geslacht en soort misdrijf, 2003
Vrouwen vaker verdachte van misdrijf
Per hoofd van de bevolking is het aantal verdachte vrouwen sterker gestegen dan het aantal verdachte mannen. Zo nam in de periode 1998–2003 het aantal meerderjarige mannelijke verdachten per 10 duizend inwoners toe van 334 tot 419 (+25 procent), terwijl het aantal meerderjarige vrouwelijke verdachten steeg van 43 naar 60 (+38 procent). Het gaat hierbij om alle misdrijven, niet alleen op het gebied van vermogen, vernieling en geweld, maar ook om verkeers-, drugs- en vuurwapenmisdrijven.
Nog groter is het verschil in ontwikkeling tussen de aantallen jongens en meisjes die verdacht werden van een misdrijf. Het aantal gehoorde verdachte meisjes per 10 duizend inwoners steeg van 110 naar 163 (+48 procent), dat van de verdachte jongens van 719 naar 821 (+14 procent).
Ontwikkeling criminaliteit minderjarige vrouwen (12–17 jaar)
Meer geweld en vernieling door meisjes
Minderjarige vrouwen zijn op het gebied van de criminaliteit bezig met een inhaalslag die rond 1980 begon. Het aandeel verdachte minderjarige vrouwen stijgt namelijk sinds 1980 geleidelijk en bereikte in 2003 met bijna 16 procent van de verdachte jongeren een voorlopig hoogtepunt. Vergeleken met begin jaren zestig is het aandeel van de meisjes in de totale jeugdcriminaliteit verdubbeld.
Het aandeel van de meisjes in geweldscriminaliteit en vernielingen is sinds 1960 zelfs verdrievoudigd. Van de jongeren die verdacht zijn van vermogensmisdrijven was in 2003 één op vijf een meisje. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 1960.
Harry Eggen
Bron: StatLine, Politiestatistiek