Daling aantal tienergeboorten zet door
In 2003 zijn in ons land 3 311 kinderen geboren bij een moeder die jonger was dan 20 jaar. In 2002 waren het er nog 3 516. Daarmee zet de daling van het aantal tienermoeders die in 2002 begon door.
De afname van het aantal geboorten onder tienermeisjes van 6 procent heeft plaatsgevonden in alle leeftijdsklassen, maar was naar verhouding het sterkst onder de allerjongsten (jonger dan 18 jaar).
Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder
Zwangerschapspreventie verbeterd
De daling van het aantal tienermoeders heeft zich voorgedaan onder zowel autochtone als allochtone meisjes. De vorige maand gerapporteerde daling van het aantal gevallen van abortus onder tieners met 7 procent, heeft dus niet geleid tot meer geboorten in deze leeftijdsgroep. In het algemeen geldt daarom dat de zwangerschapspreventie onder jongeren verder is verbeterd.
Meer geboorten onder Antilliaanse/Arubaanse meisjes
Onder vrijwel alle omvangrijke herkomstgroeperingen is een daling van het aantal tienergeboorten waarneembaar, met uitzondering van de Antilliaanse en Arubaanse jongeren. Voor de laatstgenoemden, die tevens oververtegenwoordigd zijn in de abortuspopulatie, gelden nu verreweg de hoogste geboortecijfers. Ook in de zeer divers samengestelde groep van overige niet-westerse allochtonen lopen meisjes een relatief groot risico om al zeer jong moeder te worden.
Levendgeborenen naar herkomst
Nog grote verschillen
Ondanks deze gunstige ontwikkelingen is de kans van niet-westers allochtone meisjes om al op jonge leeftijd moeder te worden nog steeds vijf keer zo groot als die van autochtone meisjes. Het geboortecijfer van de eerste (buiten Nederland geboren) generatie niet-westerse meisjes (15–19 jaar) was in 2003 bijna negen keer zo hoog als dat van autochtone meisjes. Het geboortecijfer van de tweede generatie (in Nederland geboren) niet-westers allochtone meisjes was nog ruim twee keer zo hoog.
Levendgeborenen naar herkomst en eerste en tweede generatie
Joop Garssen