Deeltijdwerk afgelopen tien jaar sterk gestegen

In 2003 had ruim eenderde van de werkzame beroepsbevolking een deeltijdbaan. Dat is bijna anderhalf keer zoveel als in 1993. De meeste deeltijders zijn vrouwen, maar ook onder mannen komt deeltijdwerk tegenwoordig vaker voor.

Ruim eenderde werkt in deeltijd

Deeltijdwerk is onder de werkzame beroepsbevolking toegenomen van 25 procent in 1993 tot 36 procent in 2003. Het aandeel personen met een kleinere deeltijdbaan (12-19 uur) is bijna anderhalf maal zo groot als tien jaar geleden. Het aandeel met een grote deeltijdbaan (20-34 uur) is even sterk gestegen. Mensen die minder dan twaalf uur per week werken, worden niet tot de werkzame beroepsbevolking gerekend en blijven hier buiten beschouwing.

Werkzame beroepsbevolking naar arbeidsduur, 1993-2003

Tweederde werkende vrouwen heeft deeltijdbaan

In 1993 had ruim de helft van de werkende vrouwen een deeltijdbaan. In 2003 is dit toegenomen tot tweederde. Er zijn in deze periode bijna 800 duizend werkende vrouwen bijgekomen.

Ook onder mannen komt werken in deeltijd tegenwoordig vaker voor. Had in 1993 nog 9 procent van de mannen een deeltijdbaan, in 2003 is dit opgelopen tot 14 procent. Dit zijn vrijwel allemaal grote deeltijdbanen.

Arbeidsduur van mannen en vrouwen, 1993 en 2003

Boven de 35 heeft kwart werkende vrouwen voltijdbaan

Bijna de helft van de vrouwen die jonger zijn dan 35 jaar werkt in een voltijdbaan. Boven de 35 is dit veel minder. Een kwart werkt dan nog in een voltijdbaan en de helft heeft een grote deeltijdbaan.

Arbeidsduur van vrouwen naar leeftijd, 1993 en 2003

In alle leeftijdsgroepen minder voltijdwerk

In de afgelopen tien jaar is het aandeel vrouwen met een voltijdbaan binnen alle leeftijdsgroepen gedaald. De afname was het grootst onder de 15-24 jarigen. Het aandeel voltijders onder jonge vrouwen is in tien jaar tijd gedaald van 69 naar 46 procent. De toename van grote deeltijdbanen was over het algemeen groter dan die van kleinere deeltijdbanen. Uitzondering vormden de vrouwen van 15-24 jaar en van 35-44 jaar. Bij hen is de toename van grote en kleinere deeltijdbanen even groot.

Sabine Lucassen

Bron: StatLine