Herintreders minder actief op zoek naar werk
In 2003 waren er 142 duizend herintreders die werk wilden van twaalf uur of meer per week. Dit zijn mensen die na geruime tijd weer aan de slag willen. Deze groep bestaat voornamelijk uit vrouwen ouder dan 35 jaar, die relatief vaak minderjarige kinderen hebben. In vergelijking met alle vrouwen die werk willen, zijn herintredende vrouwen minder actief op zoek naar een baan.
Veel herintredende vrouwen tussen 35 en 45 jaar
De meeste herintreders die werk willen zijn vrouwen. Van de herintreders was in 2003 ruim negen van de tien vrouw. Dit komt neer op ruim 130 duizend vrouwen die weer aan de slag willen. Bijna de helft van hen was tussen de 35 en 45 jaar en bijna 40 procent was tussen de 45 en 65 jaar.
Herintredende vrouwen naar leeftijd, 2003
Gros herintredende vrouwen heeft kinderen
Van alle vrouwen die werk willen, hadden ruim vier van de tien een partner en kinderen. Onder herintredende vrouwen lag dit beduidend hoger: bijna zeven van de tien hadden partner en kinderen.
Onder herintredende vrouwen was vooral het aandeel van ouders met minderjarige kinderen hoog: 20 procent had een jongste kind tussen zes en twaalf jaar. Onder de totale groep vrouwen die werk willen was dit met 12 procent beduidend lager.
Herintredende vrouwen naar positie in het huishouden, 2003
Herintreders zoeken iets minder actief
In 2003 waren zeven van de tien vrouwelijke herintreders op korte termijn beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Dat betekent dat ze binnen twee weken aan een baan konden beginnen. Drie van de tien herintredende vrouwen waren bovendien actief op zoek naar werk. Ze behoorden daarmee tot de werkloze beroepsbevolking. Dit is minder dan onder de totale groep vrouwen die willen werken. Van hen zochten namelijk vier van de tien actief naar werk. Herintreders zoeken dus minder actief naar werk dan gemiddeld.
Herintredende vrouwen naar arbeidspositie, 2003
Het aantal herintredende vrouwen dat werk wil is sinds 2000 licht gedaald. Toen waren er nog 160 duizend, tegenover 133 duizend in 2003. Het aandeel dat tot de werkloze beroepsbevolking behoorde, is vrijwel constant op een niveau van 30 procent.
Sabine Lucassen
Bron: StatLine