Werken onder hoge tijdsdruk blijft dalen
In 2003 werkte 28 procent van de werkenden regelmatig onder hoge tijdsdruk. Dit aandeel daalt sinds 1999. De daling doet zich voor bij zowel de mensen die in voltijd werken als die in deeltijd werken. Beeldschermwerk blijft toenemen. Het deel van de werkenden dat fysiek zwaar werk of vuil werk doet is gelijk gebleven in de periode 1999-2003. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers over arbeidsomstandigheden van het CBS.
Werken onder hoge tijdsdruk daalt
Het werken onder hoge tijdsdruk neemt af. In 2003 gaf 28 procent van de werkzame beroepsbevolking aan regelmatig onder hoge tijdsdruk te moeten werken. Dit percentage daalt sinds 1999, toen dit nog gold voor 33 procent van de werkenden. Een ander aspect van werkdruk is het werken in een hoog tempo. Dat is al jarenlang stabiel. In de periode 1999-2003 gaf circa 40 procent aan regelmatig in een hoog tempo te moeten werken.
Werkdruk lager bij deeltijdwerkers
Deeltijdwerkers werken minder vaak onder hoge tijdsdruk dan voltijdwerkers. Van de mensen die 35 uur in de week of meer werken gaf in 2003 ruim 30 procent aan regelmatig onder hoge tijdsdruk te moeten werken. Bij de mensen die 12-34 uur per week werkten was dat minder dan 23 procent. Zowel bij voltijders als bij deeltijders is een dalende trend in het werken onder hoge tijdsdruk zichtbaar.
Beeldschermwerk blijft toenemen
De toepassing van computers in het arbeidsproces blijft stijgen. In 2003 gaf 47 procent van de werkzame beroepsbevolking aan regelmatig achter een beeldscherm te werken. Dat is opnieuw meer dan in het jaar daarvoor. In 1997 was dat nog 41 procent. Vrouwen werken relatief iets vaker achter een beeldscherm dan mannen. Het verschil is echter niet groot.
Zwaar en lawaaierig werk onveranderd
Het deel van de werkenden dat zwaar werk doet is stabiel sinds 1999. In 2003 gaf circa 20 procent aan regelmatig kracht te moeten gebruiken tijdens het werk. Ook het werken in een belastende omgeving verandert niet. Het aandeel mensen dat vanwege lawaai op het werk regelmatig hard moet praten om zich verstaanbaar te maken bedroeg 9 procent. Bijna twee van de tien mensen gaven aan vuil werk te doen.
Mannen doen vaker fysiek zwaar werk dan vrouwen. Van de werkende mannen gebruikte 26 procent kracht tegenover 18 procent van de vrouwen. Jongeren doen vaker zwaar werk dan ouderen. Van de werkende 15-24-jarigen gaf eenderde aan regelmatig kracht te gebruiken.
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.